Hoogbegaafde kinderen vervelen zich vaak thuis, maar ook op school. Er zijn wetenschappers die op het belang van verveling wijzen. Het zou juist goed zijn als je soms niets te doen hebt, zeggen ze. Dat er even niets in het bijzonder is wat je bezighoudt. Want juist die momenten kunnen je inspireren. Je kunt bijvoorbeeld denken: wat wil ik doen? Wat heb ik hier in die doos liggen? O, dat heb ik lang niet gezien, daar ga ik nu mee spelen. Je kunt zelf beslissen wat je wilt doen en dat is de luxe van verveling. Het initiatief komt uit jezelf en je ontdekt nieuwe of oude spullen of activiteiten waar je mee aan de slag kunt.
Zonder een bepaalde mate van verveling zijn er geen inventieve oplossingen. Je hebt het misschien zelf ervaren – dat een idee of een oplossing je vaak pas te binnenschiet als je onder de douche staat, als je een wandeling maakt of als je aan het koken bent. De zaak is echter dat je je op de juiste manier verveelt, want niet elke vorm van verveling is nuttig. Als je in de klas zit, waar je weinig te doen hebt, de opdrachten saai zijn en de tijd zich als een slak voortbeweegt, dat is zelfs gevaarlijk. In een situatie waarin je structureel onderprikkeld wordt, kun je overspannen van de verveling raken en een depressie krijgen of je kunt er agressief door worden. De creativiteit van verveling ontstaat pas als je in een dromerige staat van zijn verkeert. Dan pas worden de zgn. thètagolven geproduceerd, die je hersenen prikkelen tot het komen tot zinvolle ingevingen (Prins & Piët). De nuttigste vorm van verveling is dan ook de verveling waar je zelf voor kiest.
Hoogbegaafde kinderen en verveling op school
Verveling treedt op als de waarneembare vaardigheden of de waarneembare beloning voor het doen van een taak niet passen bij de waarneembare moeilijkheidsgraad of de waarneembare benodigde inspanning. Dit concept van verveling kan veel verschillende onderliggende werkelijkheden reflecteren, zoals:
- Het werk is inderdaad te gemakkelijk. Het kind wordt gevraagd vaardigheden of kennis te laten zien die het al lang beheerst. Het werk is saai. Je kunt het leuker maken met speelgoed, spellen en computers, maar sommige taken zijn gewoon niet zo leuk als je zou hopen (schrijven en rekenen zijn de twee belangrijkste kandidaten, met spelling als goede derde).
- Het werk komt niet overeen met de interesses van het kind of het kind kan niet opschieten met de persoon voor wie hij het werk maakt (juf/meester) of het kind kan niet opschieten met de klasgenoten waarmee het moet samenwerken. In al deze gevallen zijn de resultaten teleurstellend.
- Het werk is te moeilijk. Het kind is nog niet zo ver. Wanneer de taak niet met succes wordt afgerond, krijgt het kind een slecht gevoel. In dit geval zou het kind begeleid moeten worden, wat in de praktijk zelden goed gebeurt. Tijdens een verrijkings- of verdiepingsopdracht wordt het kind aan zijn lot overgelaten (misschien had de leerkracht niet genoeg tijd of heeft hij de opdracht niet voorbereid). De meeste kinderen – en de meeste volwassenen – ervaren het ontbreken van positieve feedback als saai, of misschien beter gezegd frustrerend, zelfs gênant, angstaanjagend of deprimerend.
- Het werk is precies goed, maar het kind heeft te weinig positieve ervaringen met de noodzakelijkheid van werken om te leren. Elke poging voelt onplezierig en wordt getypeerd als saai. Nogmaals: frustrerend, gênant, angstaanjagend of deprimerend zijn misschien betere omschrijvingen.
- Het werk voldoet redelijk aan het gewenste niveau, maar het kind beheerst de materie niet voldoende of de metacognitieve vaardigheden ontbreken. Met als resultaat dat de taak eenvoudig lijkt, maar het kind niet in staat is het correct af te ronden. Het kan ook zijn dat het kind over voldoende metacognitieve vaardigheden beschikt en genoeg kennis van het onderwerp heeft om zijn eigen valkuilen te herkennen, maar niet genoeg perspectief om zichzelf te beoordelen. Hij verwacht van zichzelf te presteren op een veel hoger niveau dan redelijk. Hij ziet het werk daarom als te moeilijk met hetzelfde resultaat als wanneer het werk werkelijk te moeilijk is.
- Het kind heeft geen duidelijk doel en weet niet hoe hij er een kan stellen. Hij ziet misschien niet de diversiteit van mogelijkheden binnen de situatie. Binnen de mogelijkheden die het kind wel ziet, lijkt alles of te gemakkelijk en daarom niet de moeite van inzet waard, of te moeilijk en daarom onmogelijk.
Het stellen van doelen is een redelijk complex onderwerp op zich, een onderwerp voor een ander artikel.
Wat kun je doen aan verveling?
Ten eerste moet je beseffen dat hoogbegaafde kinderen een uitermate scherp inzicht hebben in wat hun omgeving van hen verwacht. Een van de eerste dingen die deze kinderen leren is dat volwassenen allergisch zijn voor hoogbegaafde kinderen die zich vervelen. Er zijn hoogbegaafde kinderen die van die kennis gebruik maken. Bij hen is het zinnetje “Ik verveel me” een vervanger voor de zin “Ik wil aandacht”. Het signaal dat een kind zich verveelt moet altijd serieus genomen worden, maar het is belangrijk te bepalen of het ook zo is. Soms vertellen kinderen wat er echt aan de hand is wanneer je voorzichtig vragen stelt. Laat ze specifiek aangeven wat niet werkt. Vragen naar voorbeelden en dan doorvragen om de situatie duidelijk in beeld te krijgen, kan verduidelijken wat er zo frustrerend is aan die situatie. Wanneer kinderen moeite hebben met duidelijk maken wat er aan de hand is, kun je zelf verschillende mogelijkheden opperen en ze daaruit laten kiezen. Maar wees voorzichtig met het “leiden van de getuige” – kinderen zullen vaak proberen jouw vragen te ontwijken door in te stemmen met alles waarvan zij denken dat jij denkt dat het probleem zou kunnen zijn.Vaak is het nodig een beetje onderzoek te doen en een directe observatie te verrichten. Bijvoorbeeld, wanneer het werk te moeilijk is of de taak overweldigend, kan het helpen het werk op te delen in kleinere taken. Dit kan soms helpen het kind in beweging te brengen. Wanneer je denkt dat het doel onduidelijk is, kan het helpen het kind te begeleiden bij het stellen van juiste en haalbare doelen. Wanneer het kind niet begrijpt welke eisen van hem worden verwacht is het goed hem te helpen de juiste eisen te benoemen waar het werk aan moet voldoen. En zo kunnen er nog meer belemmeringen zijn.
Observeer en vraag
Dit is een belangrijk principe waarmee ik werk, namelijk dat je niet direct interventie moet plegen om het kind te “redden”, maar eerst moet analyseren wat echt het probleem is en het kind helpen zelf een oplossing te creëren. Analyse en interventie kunnen belangrijke informatie opleveren voor een volgende keer.Verder is het belangrijk dat de interesses van het kind benut worden als onderwerpen voor verrijking. Dit kan gedaan worden met boekverslagen of werkstukken en met een beetje fantasie kun je dit op veel manieren doen. Als je zoon of dochter bijvoorbeeld veel fantasy-boeken leest, kun je vragen of hij of zij op school een eigen verhaal mag schrijven over zijn/haar eigen fantasy-wereld. Of hij/zij kan een 3D-maquette maken van een fantasy-wereld, een tekening/schilderij dan wel een ontwerp maken.Wanneer op school de werkelijke cognitieve ontwikkeling wordt bepaald (door middel van doortoetsen) kan dit een indicatie geven van het niveau waarop je kind kan werken. Door vervolgens geschikt materiaal aan te bieden kan verveling voorkomen worden.
Tot slot, aanmoedigen van interesses en ontwikkelen van passies is de belangrijkste manier om hoogbegaafde kinderen in aanraking te brengen met nieuwe onderwerpen en gebieden zodat ze de liefde voor het leren ontwikkelen.
Hoogbegaafd kind verveelt zich thuis en in de klas
Wij weten als geen ander dat uitzonderlijk en hoogbegaafde kinderen anders zijn dan gemiddeld begaafde kinderen. Met de juiste begeleiding kan deze groep kinderen ontzettend floreren. Die begeleiding is nodig vanuit zowel de ouders als leerkrachten. Inmiddels hebben wij honderden ouders en leerkrachten geholpen met het ontwikkelen van een helder opleidingsdoel en/of opvoedingsdoel. Dit doen we door samen een stappenplan te maken die passend is voor het kind. Vanuit een intelligentie onderzoek en eventuele aanvullende onderzoeken kijken we naar de individuele behoefte van het kind, zodat het de juiste stimulans krijgt om zijn/haar kwaliteiten te benutten.
Bekijk onze diensten: begeleiding hoogbegaafde kinderen
Mijn zoontje van bijna 5 jaar is al tijden duidelijk een onderpresteerder.
Helaas ziet de school dat niet en nu soms begin ik ook te twijfelen of hij wel een ontwikkelingsvoorsprong heeft. Hij voldoet wel aan bijna alle kenmerken.
Wij hebben een vragenlijst moeten invullen en de leerkrachten (sidi test) Volgens school zijn er geen signalen die op een voorsprong duiden.
Hij was altijd zo wijs en volwassen en sinds kort gedraagd hij zich echt raar en als een peuter.
Terwijl hij juist alleen maar aansluiting heeft met oudere kinderen.
Heel soms komt zijn wijsheid naar boven.
Mijn zoon zit in groep 2 en zij willen hem nog een jaar laten door kleuteren
omdat hij een slechte werkhouding heeft en niet goed kan concentreren.
Zelf denk ik dat dit de komende half jaar alleen maar erger wordt en vooral zijn gedrag.Hij begint nu in deze gezellige tijd school niet leuk te vinden en laat volgens de leerkrachten nu problematisch gedrag zien.
Hij had dat ook op de peuterspeelzaal.
Als zij hem straks laten kleuteren dan zegt mijn gevoel dat zijn gedrag alleen maar erger wordt.
Hij heeft nu al geen aansluiting met kinderen uit groep 1.
Gaat hij met zijn klas mee dan gaat hij gedrag imiteren van vriendjes waaraan hij zich juist niet aan moet optrekken.
Ik ben dan ook bang dat hij nog steeds geen opdrachtjes wilt maken en zijn concentratie bij dit soort type opdrachtjes zwak blijft.
Beste Loes, ik denk dat je er zo snel mogelijk een ervaren specialist hoogbegaafdheid bij moet halen die een didactisch onderzoek afneemt, observeert, met je zoontje werkt en aanbevelingen schrijft voor school. De school zal waarschijnlijk ook begeleid moeten worden om de onderwijsaanpassing in goede banen te leiden. Blijven zitten is geen optie.
Groet, Renata
Op de lagere school is het vaak nog redelijk gemakkelijk om met de leerkracht in gesprek te gaan en aan te geven dat je kind zich verveelt. Met onze 3 kinderen hebben wij hierbij verschillende ervaringen op meerdere lagere scholen. Het vergt veel energie, maar vaak komt er wel enige beweging in waardoor je kind weer verder kan met minder verveling.
Onze dochter is zo versneld de lagere school doorgegaan omdat dit de enige manier was om haar naar school te laten gaan. De verveling zorgde ervoor dat ze heel vaak niet naar school wilde. Op de middelbare school is de verveling echter nog veel groter, alles is “saai”. Verdiepen, verbreden en versnellen zijn termen waar de school niet veel mee kan. Hierdoor laat ze niet zien wat ze kan en overleggen met docenten is heel erg moeilijk op een middelbare school. Het zijn er zo veel, voor elk vak weer een andere. Bovendien wordt de verveling niet begrepen omdat de cijfers erg laag zijn. Het gevolg is dat ze een jaar heeft moeten over doen en nu helemaal is afgehaakt op school en thuis zit. Zo een impact kan verveling op school voor een kind dus hebben.
Hoi Marian, wat vervelend dat je dochter nu thuis zit. Ik hoop dat jullie een specialist vinden die samen met de school een plan kan opstellen. Hierbij is out of the box denken belangrijk en vooral niet vasthouden aan standaard aanpak…
Groet, Renata
Onze zoon zit net in groep 1. We hebben al heel lang het vermoeden dat hij HB is. Nu moet ik iedere morgen strijden om hem naar school te krijgen. Wil niet eten, tas niet inpakken enz. Totdat ik iets verzonnen heeft wat wel leuk MOET zijn op school, en dan is hij om. Hij gaat met n blije toet naar school en komt om 15:00 weer met een blije toet uit school. Thuis is hij moe, sacherijnig, maar bruist van energie! Gaat om 20;30 naar bed en staat gewoon om 6;45 er weer naast, en het verhaaltje begint weer overnieuw. Juf geeft aan geen problemen te zien. Taalkundig is hij uitzonderlijk ver, rekenen loopt hij achter. Aan hem vragen wat hij leuk vind op school levert leuke dingen op: Boeken, voorlezen, zingen en natuurlijk Engels. Werkjes zijn stom, kindjes zijn soms stom. Hij wilt thuis ook huiswerk (net als broer en zussen) dus nu een map zelf aangelegd op zijn niveau wat hij kan doen.
Hebben jullie nog adviezen wat we nog meer zouden kunnen proberen?
Hallo Hanneke, wat er zou moeten gebeuren is door middel van een didactisch onderzoek vaststellen wat je zoontje nodig heeft. Anders blijft het bij gissen en aanpassen. Dit moet gedaan worden door een ervaren specialist!
Groet, Renata
Een herkenbaar verhaal. Alleen, onze twee dochters zeggen nooit dat ze zich vervelen op school, of het saai vinden. Ze passen zich aan en vallen daardoor totaal niet op. Thuis uit zich dat in extreme moeheid en huilbuien. Ze zijn wel allebei versneld inmiddels en de oudste wordt nu doorgetoetst met cito’s. Maar ik vraag me zeer af of daar ook niet een heel gemiddeld of ondergemiddeld niveau uit gaat komen, want tot nu toe heeft ze daar nog niet goed op gescoord. Maar op de een of andere manier dringt dit niet door op school. Heel lastig.
Hallo Meike, bedankt voor je reactie. Doortoetsen met cito’s geeft inderdaad niet weer wat het kind werkelijk beheerst en zeker niet wat zijn of haar denkniveau is. Hoogbegaafde meisjes klagen minder dan jongens omdat ze het “goed” willen doen. Ze hebben iemand nodig die hen helpt hun potentieel te ontdekken…
Als vader van 3 hoogbegaafde kinderen hoor ik vaak de zin “ik verveel me” thuis. Mijn vrouw en ik merken steeds op hoeveel moeite onze kinderen (vooral de 2 jongens) hebben om gewoon te spelen. Het meeste speelgoed voldoet niet. Het liefst van al willen ze gamen en liefst zo wild mogelijk. Op hun school hebben ze veel ervaring met HB en hebben ze dan ook aandacht hiervoor en valt het allemaal nog wel mee. Maar vooral op de buitenschoolse opvang vervelen ze zich te pletter en lijken niet te genieten van de spelletjes en opdrachten. Regelmatig horen we dat onze jongste zoon zich misdraagt en druk is of ongehoorzaam is . Hij wil helemaal niet meewerken met de “saaie” activiteit, opdracht, … We hebben hem proberen uit te leggen waarom hij zich zo voelt en dat het niet gemakkelijk is voor hem (en dat het normaal is) omdat hij 2 à 3 jaar jonger is dan de rest van zijn klas (mijn 2 jongens hebben beide 2 x gesprongen). Ik probeerde het hem simpel uit te leggen want hij is nog maar 6 en kwam op de volgende vergelijking over het waarom hij sneller leert (en intussen kreeg hij zo ook een antwoord op z’n vraag waarom hij steeds ander werk moest doen):
Jij bent als een snelle bolide, die 250km/uur kan rijden. Je klasgenoten zijn gewone auto’s. Jullie moeten allemaal dezelfde weg afleggen maar voor jou gaat dat veel sneller. Steeds als jij op de gaspedaal drukt, schiet je vooruit en moet je oppassen dat je niet uit de bocht gaat. Het is dus ook zeer frustrerend om traag te moeten rijden met je snelle auto en mooi op de baan te blijven, zeker als de rest voor je trager rijdt (vb. de juf legt meerdere keren hetzelfde uit). Daarom moet je even omrijden naar de autostrade waar je zeer snel kan rijden (differentiatie). Het lijkt verder en het is lastig maar je komt uiteindelijk even snel toe als de andere kinderen die langs de normale weg rijden met hun gewone auto’s.
Bedankt voor je reactie Laurent!
Wat een mooie vergelijking!
Ter aanvulling zou je ook nog kunnen zeggen dat Formule 1 auto’s uit de bocht vliegen wanneer ze te langzaam rijden (door gebrek aan downforce, afkoeling banden, waardoor minder grip, etc).
Ik ga deze vergelijking zeker gebruiken, thanx!