Ouders komen regelmatig bij mij met de vraag hoe het kan dat hun hoogbegaafde jonge kind niets op school laat zien. Thuis leest de jongen of het meisje al, bouwt ingewikkelde bouwwerken, maakt complexe puzzels en is geïnteresseerd in de wereld. Maar op school doet het kind heel kinderachtig en kan ineens “niets meer”.

Waar ligt het aan? Zodra het hoogbegaafde kind op school komt (vol verwachtingen) en ziet dat de andere kinderen anders zijn en de dingen anders doen, neemt hij dat gedrag over. Hij beschikt immers al van kleins af aan over uitstekende sociale vaardigheden en past zich aan, want zo gaat het hier kennelijk. Tot overmaat van ramp gaat de juf het kind ook nog betuttelen (in de ogen van het kind) en verwacht weinig van hem. Het kind krijgt “vreemde” complimentjes voor zaken die het allang beheerst. (“Complimentjes voor het maken van deze puzzel van 35 stukjes? Is ze gek geworden? Thuis maak ik ze van 500 stukjes, maar die hebben ze hier niet.”)

Een kind moet op zijn niveau complimentjes krijgen. Het moet een compliment krijgen voor de geleverde inspanning, maar dat is niet in verhouding op zo’n moment.

Carol Dweck geeft een aantal alternatieven voor de manier van prijzen.

  • als een kind een mooie tekening maakt, dan kun je vragen stellen over die tekening en je bewondering uitdrukken over hoe hij of zij de kleuren heeft gebruikt, de vormen tekende, enz…
  • als een kind een reeks moeilijke rekenopdrachten maakt, kun je vragen stellen over de stappen die hij of zij gemaakt heeft of je kunt de concentratie prijzen
  • als kinderen prachtige verhalen schrijven of vertellen, kun je met bewondering vragen hoe ze die interessante figuren hebben verzonnen of hoe ze op het idee van dit of dat zijn gekomen en we kunnen speculeren wat er vervolgens gaat gebeuren

 

Kortom: geef complimenten aan het proces en niet aan de persoon. De persoon prijzen verwaarloost de essentie, de werkelijke verdienste van wat gemaakt of geschreven werd. Het geleverde werk wordt goed bevonden enkel als een afspiegeling van een bekwaamheid.

En wat als er helemaal geen inspanning geleverd werd? Een kind heeft iets snel en zonder moeite gemaakt. Dat was natuurlijk tijdsverspilling voor dat kind. Het kind heeft een opdracht gekregen die geen uitdaging vormde. Als je dat gaat prijzen word je als ouder of als leerkracht al heel snel niet meer serieus genomen. We moeten kinderen niet leren trots te zijn op prestaties waarvoor ze weinig of geen inspanning hebben geleverd. Maar dan moeten we ze ook de mogelijkheid bieden te laten zien wat ze ECHT kunnen en hen niet actief of passief dwingen zich aan te passen aan de minder getalenteerde groep.

Welke ervaringen heb jij?