Hoogbegaafdheidsspecialist
Ja, dit hoor ik regelmatig van leerkrachten. En ouders horen het regelmatig van de leerkracht van hun kind. Ik krijg ook vaak de vraag: moet ik mijn hoogbegaafde kind op een sova- (SocialeVaardigheden) training sturen? Een gewone sova-training is over het algemeen niet eens geschikt voor een hoogbegaafd kind. De vraag die je je als eerste moet stellen is: heeft mijn kind inderdaad een training nodig?
Een veelgehoorde opvatting over sociale ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen is dat ze een problematische sociaal-emotionele ontwikkeling doormaken. Een andere veelgehoorde opvatting is dat hoogbegaafde kinderen sociaal-emotioneel achterlopen ten opzichte van hun leeftijdgenoten. Uit mijn ervaring kan ik zeggen dat deze kinderen vaak juist over uitstekende sociale vaardigheden beschikken en dat ze (extreem) empathisch zijn.
Om een en ander goed te kunnen begrijpen is het belangrijk de twee termen – sociaal en emotioneel – uit elkaar te halen. Het zijn geen synoniemen van elkaar, ze hebben met elkaar te maken. Bij de sociale ontwikkeling van kinderen horen vriendschapsverwachtingen, opvattingen over trouw en loyaliteit. Bij de emotionele ontwikkeling hoort de ontwikkeling van het zelfbeeld en het omgaan met verschillende gevoelens. Algemeen kan gesteld worden dat zowel de sociale als de emotionele ontwikkeling zich optimaal kan ontwikkelen wanneer het kind zich bevindt in een omgeving met ontwikkelingsgelijken.
Hoogbegaafde kinderen zouden volgens onderzoeken sociale en/of emotionele problemen ontwikkelen. De meeste problemen komen echter naar boven drijven omdat hoogbegaafde kinderen niet in hun omgeving passen: ze hebben een gebrek aan ontwikkelingsgelijken, maar geen gebrek aan sociale vaardigheden. Dit betekent dat een belangrijke manier om aan een vriendschap te komen is je kind regelmatig om te laten gaan met zijn ontwikkelingsgelijken, dus andere hoogbegaafde kinderen. Gemiddeld begaafde kinderen van alle leeftijden kiezen over het algemeen vriendschappen met kinderen die hun interesses delen en waarmee ze overweg kunnen. Die behoefte hebben hoogbegaafde kinderen natuurlijk ook. Dit betekent dat versnellen cruciaal kan zijn – niet alleen voor de academische ontwikkeling maar ook voor sociale aansluiting.
Ouders en leerkrachten ervaren het gebrek aan contact met leeftijdgenoten vaak als een probleem. Kinderen hebben immers vriendjes nodig! Maar eigenlijk is het een veel groter probleem dat het kind geen cognitief gelijken en gelijkgestemden om zich heen vindt. Het kind kan dus problemen hebben met zijn sociaal functioneren ten gevolge van de omgeving. Dit hoeft niet te betekenen dat het kind onhandig is en een sociale vaardighedentraining nodig heeft. Als het kind namelijk in een omgeving komt met ontwikkelingsgelijken, verdwijnen vaak de zgn. problemen vrijwel direct.
Het is onvermijdelijk dat wanneer je qua ontwikkeling “uit de pas loopt” in vergelijking met de meerderheid en verder geen ontwikkelingsgelijken kent, dit vroeg of laat tot sociale of emotionele problemen kan leiden. Ook wanneer het kind niet zichzelf of zijn hoogbegaafdheid begrijpt kan leiden tot onnodige verwarring en ongemak tijdens het opgroeien.
Behalve het zorgen voor contacten met ontwikkelingsgelijken, kun je de onderstaande tips gebruiken, zodat je kind beter zijn/haar sociale behoeften leert begrijpen:
Uiteindelijk zullen hoogbegaafde kinderen ervaren dat hun leven wisselt tussen aan een kant proberen anderen aan te trekken omdat ze bang zijn voor eenzaamheid en aan de andere kant de anderen weg willen sturen omdat ze saai zijn geworden (Gross, 1993). Alleen zijn hoeft geen probleem te zijn, zolang de eenzaamheid zelfgekozen is. Eenzaamheid hoeft daarom niet altijd een signaal te zijn van een probleem.
Zeggen dat een hoogbegaafd kind niet sociaal vaardig zou zijn, is nogal kort door de bocht. Een hoogbegaafd kind moet zich dagelijks juist enorm aanpassen aan de klas en levert daarmee een geweldige prestatie! Als je het namelijk omdraait is het inzichtelijker voor een ander hoe geweldig deze prestatie is: probeer een gemiddeld intelligent kind jaar in jaar uit te laten functioneren in een klas met kinderen die 70 IQ of minder hebben. Hoe zou zo’n kind dan iedere dag thuiskomen?