Mis het punt niet!
Als de term asynchrone ontwikkeling wordt gebruikt om een kind te beschrijven, bedoelt men meestal dat er een verschil bestaat tussen de kalenderleeftijd en de mentale of intellectuele leeftijd van het kind. Dit betekent dat bepaalde vaardigheden sneller ontwikkeld worden dan andere en dat men van een hoogbegaafd kind niet mag verwachten dat het op alle vlakken even ver vooruit is.
Ook kan gezegd worden dat het meestal niet gaat over één mentale/intellectuele leeftijd, maar over meerdere leeftijden, afhankelijk van het ontwikkelingsgebied.
Een ouder vertelt:
“Het probleem met mijn negenjarige is dat hij schommelt tussen 6 jaar en 14 jaar. Zo kijkt hij het ene moment The Matrix en praat daarover en vervolgens gaat hij in de bank zitten met zijn knuffel die hij stevig vasthoudt.”
Deze kinderen kunnen het ene moment veel rijper zijn dan hun kalenderleeftijd en zich het volgende moment gedragen als kleuters. Een hoogbegaafd kind is zijn leeftijd dikwijls op veel gebieden ver vooruit.
Eigenlijk zou de term asynchrone ontwikkeling opgenomen moeten worden in de definitie van hoogbegaafdheid, want veel hoogbegaafde kinderen ontwikkelen asynchroon. Het is zelfs zo dat, hoe hoger het IQ van het kind is, hoe groter de afstand tussen de verschillende ontwikkelingsniveaus kunnen zijn. Hierdoor zijn hoogbegaafde kinderen heel kwetsbaar.
Asynchrone ontwikkeling kan zich eveneens uiten in testen. Het komt wel eens voor dat er grote verschillen zijn tussen de onderdelen van een IQ test, en dat die te maken hebben met de ontwikkeling van het kind op verschillende niveaus (leeftijden). Daarom is het van groot belang dat een kind (als het toch moet) getest wordt door een in hoogbegaafdheid gespecialiseerde psycholoog.
Hoogbegaafde kinderen kunnen hun leeftijdsgenoten op sommige gebieden vér vooruit zijn, leerstof op een fractie van de tijd doorhebben, bepaalde sociale inzichten hebben die eigenlijk pas ‘normaal’ zijn bij oudere kinderen, enz. Maar tegelijk gebeurt het dat op andere gebieden hun ontwikkelingsniveau veel dichter bij hun kalenderleeftijd ligt, of soms zelfs er onder. Men moet zich realiseren dat niet alleen de intellectuele leeftijd van een hoogbegaafd kind een rol speelt maar dat er ook nog de (fysieke) beperkingen zijn van de kalenderleeftijd. Anders leidt het tot een te groot verschil tussen de verwachtingen die aan een kind gesteld worden op basis van bijvoorbeeld zijn/haar verbale sterkte en de dingen die het kind in feite echt kan uitvoeren. Denk aan een kind dat zeer goed kan hoofdrekenen, maar dit niet op papier gezet krijgt. Zoiets geeft frustraties, zeker als het bovenop het besef van dat falen telkens moet horen “je kunt het wel als je maar wil”. Tegelijk is ook het omgekeerde niet zonder gevolgen. Als je jezelf blind staart op bepaalde onderdelen van de mentale of fysieke ontwikkeling die lijken achter te lopen op (of die gewoon gelijk lopen met de kalenderleeftijd), dreig je de vaak sterke intellectuele capaciteiten van een kind te onderschatten!
De valkuilen van een asynchroon of disharmonisch ontwikkelingsprofiel spelen zich natuurlijk niet uitsluitend op het schoolse gebied af.
Zowel voor ouders, kind als leerkracht is het een hele uitdaging om gepast met asynchrone ontwikkeling te leren omgaan. Het is uiterst belangrijk dat begeleiders de aanwezigheid van die verschillende leeftijden in één kind niet uit het oog verliezen, en er goed op reageren.
Een voorbeeld: een kind dat versneld naar de derde groep gaat heeft nog niet de nodige fijne (schrijf)motoriek om al vloeiend te kunnen schrijven. Men kan dit opvangen door het kind een tijd toe te staan om blokletters te gebruiken, tot zijn motoriek het mogelijk maakt om vloeiend te schrijven.
Een ander kind heeft misschien last van emotionele reacties. Asynchroon ontwikkelen brengt spanningen teweeg binnen een kind wat betreft zijn/haar zelfbeeld. Daar bovenop zijn er de tegenslagen die zich dagelijks herhalen, of momenten van het eigen functioneren niet begrijpen. Dat alles is een risico voor een goed zelfvertrouwen. Kinderen met een asynchrone ontwikkeling kunnen extra steun goed gebruiken.
De meest vruchtbare leeromstandigheden kun je als volgt bereiken (Neihart, 2003):
*Neihart, M. (2003). Gifted children with attention deficit hyperactivity disorder. ERIC EC Digest, 649.