Je voelt je gedreven door de noodzaak om authentiek te zijn. Je kunt een conflict voelen in situaties wanneer men je niet snel genoeg begrijpt of wanneer je in de verleiding komt om een compromis te sluiten om deel uit te maken van een groep. Misschien wil je vertellen wat je weet over een onderwerp of een perceptie delen die je hebt over een persoon of je opwinding laten zien over iets nieuws wat je hebt geleerd. Dit zou de echte, authentieke, ongecensureerde jij zijn. Maar als je vaak ervaart dat anderen verdwalen en overweldigd raken door je enthousiasme of in de war raken door je vocabulaire, dan kun je het gevoel hebben dat je worstelt met een no-win keuze: authenticiteit of inclusie.

Alle opvattingen zijn aangeleerd. Mensen volgen meningen van anderen en uit de media, ze denken niet zelfstandig na. Mensen willen op elkaar lijken en als iemand afwijkt van wat zij gewend zijn, vinden ze het vreemd of eng of voelen ze zich daar ongemakkelijk bij. Alle mensen moeten op elkaar lijken en zich aanpassen aan de groep, zodat het gemakkelijk en behapbaar is.

Rolmodel

Jouw ervaringen als volwassene in het omgaan met anderen zijn waardevol voor je kind of leerlingen, want ze kunnen van je leren. Eigenlijk leren ze automatisch van je, kinderen kijken jouw gedrag af. Het is belangrijk om een idee te hebben van wat hoogbegaafd zijn betekent…

‘Ik wil gewoon normaal zijn’ is de vaak geuite zin van kinderen in mijn praktijk. Wat ze daarmee bedoelen? Ze bedoelen dat ze niet anders willen zijn. HUN ANDERS ZIJN WORDT TELKENS BENADRUKT DOOR ANDEREN, niet door henzelf.

 

ik ben gewoon normaal

Ik wil je een paar vragen voorleggen:

  1. Vertellen mensen je niet zo pessimistisch te zijn terwijl je ze juist iets duidelijk probeert te maken?
  2. Voel je je soms overvallen door de pracht van een zonsondergang, een sterk ruikend parfum, slechte architectuur, niet-consequente uitspraken van anderen, vrienden die steeds van alles van je willen, drukte op feestjes, nietszeggende gesprekken?
  3. Heb je weleens gedacht dat je ADHD of OCD hebt omdat anderen je ‘te veel’ vinden?
  4. Ben je dol op leren, nieuwe dingen ontdekken, lezen, maar heb je een hekel aan studeren?
  5. Vertellen je gevoel en intuïtie je wat je vrienden, familieleden of collega’s voelen, denken of nodig hebben nog voordat zij het zelf weten?
  6. Voel je je lullig als je een fout maakt?
  7. Ben je hongerig naar intellectuele input en zoek je wanhopig naar iemand die deze passie met je deelt?
  8. Wordt je humor regelmatig niet begrepen?
  9. Zijn mensen verbaasd over wat jij binnen een dag bereikt, terwijl je juist dacht dat je het rustig aan deed?
  10. Heb je behoefte om in een Ferrari te rijden op een open weg, maar in plaats daarvan zit je altijd in een file op de A4?

Dit is geen test om aan te tonen dat je hoogbegaafd bent, dit is een opsomming van een paar vragen die betrekking hebben op hoogbegaafde mensen. Zoals je ziet, heb ik het woord IQ nergens gebruikt…

Iedereen is gelijk, dus ook hoogbegaafden

Hoogbegaafdheid is niet goed te meten met standaardtests. Toch is de verwachting (een geleerde opvatting) dat je hoogbegaafd bent als je 130 of meer IQ scoort op een IQ test. Er wordt zelfs beweerd in Nederland dat je bij jonge kinderen nog niet kunt spreken van hoogbegaafdheid omdat ze nog niet getest zijn.

Er ligt zoveel nadruk op dat iedereen gelijk en inclusief is, dat er een groep mensen stelselmatig wordt gediscrimineerd. Omdat ze niet voldoen aan bepaalde eisen, die vastgesteld zijn door mensen met weinig verstand van zaken, van het leven, van de mensheid. Hoe kun je een mens – een kind in ontwikkeling – in een tabel met scores gieten en denken dat dit om absolute waarden gaat? Vanaf wanneer kun je een kind dat intens, creatief, faalangstig, perfectionistisch is, niet goed geslapen heeft, verkouden is, hoofdpijn heeft, zijn knuffel mist, nadenkt over pesten op school, wil pleasen, een laag zelfbeeld heeft, denkt dat het niets kan… en ga zo maar door… hoe kun je zo’n kind betrouwbaar testen en aantonen dat het hoogbegaafd is? Waarom zou je eigenlijk in hokjes denken?

Het testen op zich zou niet zo’n probleem zijn als er niet zoveel vanaf zou hangen! Wel of geen plusklas, wel of geen extra geld, wel of geen aparte begeleiding, wel of geen aanstellerige ouders…

Dat leerkrachten niet kunnen inschatten of een leerling hoogbegaafd is, begrijp ik. Het heeft mij een aantal jaren én ervaring met honderden kinderen gekost om het goed in te schatten. Maar dat ze vaak weigeren om iets aan te nemen of naar ouders of een specialist te luisteren, is onbegrijpelijk.

Daar komt het weer: mensen denken niet zelfstandig na. De meeste mensen niet.

Ze verzetten zich tegen het leven. Ze kunnen niet vrij zijn. De grootste angst van mensen is het risico te leven en uiting te geven aan wie of wat ze werkelijk zijn. Gewoon zichzelf zijn is de grootste angst van mensen.

We hebben geleerd ons leven te leven in een poging te voldoen aan andermans wensen en eisen uit angst om niet te worden geaccepteerd.  We creëren een beeld van hoe we zouden moeten zijn, zodat iedereen ons aanvaardt.

Die angst nemen we met ons mee, ons hele leven, en we projecteren het op anderen. Dus moet een leerling getest zijn om te BEWIJZEN dat hij hoogbegaafd is.

Wat doet dit met het kind?

Het kind voelt dat het aan bepaalde eisen moet voldoen, zich moet aanpassen aan iedereen, niet zichzelf mag zijn, niet mag afwijken, moet stilzitten, niet te veel vragen mag stellen, niet druk moet zijn, mee moet doen met werkjes, zich niet moet afzonderen.

Het kind – intelligent en intens – voelt dat het niet volmaakt is en verwerpt zichzelf. De mate van zelfverwerping hangt samen met de effectiviteit waarmee de volwassenen erin slagen de integriteit van het kind te breken.

Het kind voelt dat het niet voldoet aan het beeld van volmaaktheid. Het lukt het kind niet te zijn wat het zou willen zijn. Of wat het gelooft dat het moet zijn. Het resultaat is dat het kind zich niet echt voelt en een masker draagt. Want het hoogbegaafde kind ziet dat alle volwassenen sociale maskers dragen.

Dit kan heel ver gaan. Als mensen zich niet goed genoeg vinden, kunnen ze later relaties accepteren die minder goed voor ze zijn, ze nemen genoegen met minder. Ze zijn dankbaar dat de ander met hen bevriend wil zijn of met ze wil leven, want ze voelen zich niet goed genoeg. ZE VOELEN ZICH HUN LEVEN LANG NIET GOED GENOEG.

Kinderen in mijn praktijk zeggen regelmatig: “Ik wil gewoon normaal zijn!”

Hoe je vanuit je authenticiteit kunt leven en nog veel meer onderwerpen lees je in mijn nieuwste boek:

 

intens authentiek en vrij