Hoogbegaafde en uitzonderlijk begaafde mensen zijn al snel ergens té, omdat het samenhangt met hun natuur: intensiteit, hooggevoeligheid, autonomie, empathie, oplossingsgericht denken.
Alle opvattingen zijn geleerd. Mensen volgen meningen van anderen en via de media, ze denken niet zelfstandig na. Mensen willen op elkaar lijken en als iemand afwijkt van wat zij gewend zijn, vinden ze het vreemd of eng of voelen ze zich daar ongemakkelijk bij. Alle mensen moeten op elkaar lijken en zich aanpassen aan de groep, zodat het gemakkelijk is en behapbaar. En dan is je kind anders! Je gaat begrijpen waarom jij ook anders bent, waarom je je hele leven lang anders voelt. Door de opvoeding is het misschien nooit bij je opgekomen hoe anders je bent. Je voelt dat je sowieso anders bent, je ziet dat iedereen om je heen trager denkt en zich bezighoudt met futiliteiten. Wat is er mis met iedereen, denk je al vanaf jonge leeftijd. Totdat je ontdekt dat er niets mis is, maar dat je gewoon hoogbegaafd bent!
Je kind is hoogbegaafd, emotioneel, angstig, bezwijkt af en toe, is irrationeel… en dat ben jij ook.
Ik wil je vragen na te denken over welk invloed jouw opvattingen hebben op je opvoeding. Wat geef je je kind mee? Hoeveel moet het zich aanpassen aan de groep en in hoeverre krijgt het de boodschap dat het niet zichzelf mag zijn?
Geef een reactie