Over dit onderwerp heb ik al een tijd geleden geschreven, maar omdat het schooljaar nu weer is begonnen zal ik het opnieuw aankaarten. Hoogbegaafde kinderen laten schrijven (onder begeleiding) is een manier om hun creativiteit te ontwikkelen en kristalliseren, om hen een keer iets anders te laten doen dan aan de computer zitten én om zinnige verrijking te hebben voor school.

Noot voor de leerkracht: moedig het schrijven aan alleen bij de leerlingen die er voor openstaan; als ze het echt niet willen zal het niet werken. Maar kijk goed of ze het echt niet willen; soms denken kinderen dat schrijven te moeilijk is, maar zullen er toch veel plezier aan beleven, zodra ze ontdekt hebben dat het eigenlijk best leuk is.

Kinderen hoeven tegenwoordig niet meer zo creatief te zijn. Ze spelen computerspellen en kijken naar films, ze vervelen zich amper omdat er altijd wel iets te doen is en omdat wij als ouders meer tijd met onze kinderen doorbrengen. Allemaal dingen die anders zijn dan vroeger, toen het nog normaal was dat een kind zich verveelde, door de buurt dwaalde of een verhaal ging verzinnen in de tuin of schuur. Juist voor hoogbegaafde kinderen, die over een grote verbeelding beschikken maar dit zelden met leeftijdgenoten kunnen delen, is het opschrijven van hun gedachten ideaal. Hiervoor moet het kind bekend zijn met schrijven en verschillende vormen daarvan en het kind moet het leuk gaan vinden om zichzelf te verliezen in een door hem gecreëerde wereld.

Om een kind aan te moedigen te schrijven moet je hem eerst laten zien wat er in zijn omgeving te ontdekken valt en wat hij er zelf van kan maken. Bijvoorbeeld: toen we met onze toen nog 3-jarige zoon op vakantie in Engeland waren heeft mijn man tijdens de boswandelingen de zgn. Oeki-Toeki Indianen bedacht. Zij woonden in het bos en mijn zoon moest ze te slim af zijn, ze ontwijken en listen bedenken….. Mijn dochter van bijna zes gebruikt in haar spel regelmatig stukken uit films of boeken. Soms moet je je kind er op attenderen wat er zoal in de omgeving te zien is en waarmee het in verband gebracht kan worden. Kennismaking met films, boeken en de eigen fantasie van het kind kun je altijd gebruiken voor verrijking. Het kind leert naar de dingen te kijken met andere ogen. Het ziet niet alleen een “huis” maar een “huis waarin alles en nog wat gebeurt” – wat er gebeurt laat je over aan de fantasie van je kind, maar je kunt het natuurlijk een handje helpen. Aan de hand van wat je bijvoorbeeld pas voorgelezen hebt of wat je samen gezien hebt, verzin je een verhaal.

Als kinderen met andere ogen hebben leren kijken naar gebeurtenissen en voorwerpen, kun je ze aanmoedigen zelf een verhaal op papier te zetten. De meest kritische factor bij het motiveren van kinderen om te schrijven is hen te helpen zich bewust te worden van de vele schrijfgelegenheden thuis. Een dagboek bijhouden, een penvriend hebben, een vakantieverslag bijhouden of een familie-nieuwsbrief maken zijn maar een paar voorbeelden waarmee een kind kan beginnen. Het is hierbij essentieel je kind er bewust van te laten worden dat schrijven niet per se samen hoeft te gaan met (vervelende) schoolopdrachten.

Als je kind een verhaal wil schrijven kun je met hem bespreken uit welke onderdelen zo’n verhaal kan of moet bestaan. Je kunt samen een plot bedenken en dan je kind een (kort) verhaal laten verzinnen. Dit kan vervolgens op papier of met de computer uitgewerkt worden. Vergeet niet dat je feedback doordacht en constructief moet zijn. Kinderen moeten er zeker van zijn dat de ouders hun vorderingen steunen, alleen dan kunnen ze zelfverzekerde schrijvers worden.

Tips van Sigrid van Iersel over hoe een verhaal opgebouwd wordt:

  1. Noteer eerst een paar woorden op papier waar je het over wilt gaan hebben. Als je globaal weet waar je over wilt schrijven, maakt dat het schrijven een stuk gemakkelijker. Wie zijn je hoofdpersonen? Wie helpen je hoofdpersonen? Wat of wie is de tegenstander? Waar speelt je verhaal zich af? En de belangrijkste vraag: wat is het probleem? Zonder probleem gebeurt er niets en heb je geen verhaal.
  2. Elk verhaal heeft een begin, een midden en een einde. Begin zo ook te schrijven: eerst het beginstuk waarin je vertelt wie je hoofdpersoon is en welk probleem hij heeft. Ga daarna over naar het middenstuk, waarin je vertelt hoe je hoofdpersoon het probleem aanpakt. Dat gaat meestal niet vanzelf: welke moeilijkheden komt hij tegen en hoe gaat hij daar mee om? Daarna rond je het verhaal af. Hoe loopt het af?
  3. Zorg meteen voor een spannende of interessante beginzin die de lezer nieuwsgierig maakt. “Op een morgen voelde Joris aan zijn neus en ontdekte iets vreselijks.”
  4. Zorg voor actie. Laat je hoofdpersoon niet steeds één ding doen, maar in beweging komen. Een reis maken, bijvoorbeeld.
  5. Kijk wat past in je verhaal en wat niet. Sommige details zijn wel leuk om te lezen, maar hebben niets met de plot te maken. Dat leidt je lezer alleen maar af. Dus als je schrijft dat de ridder in jouw verhaal bezwijkt van de hitte in zijn maliënkolder, dan moet het op een of andere manier belangrijk zijn dat het zo warm is.
  6. Zorg voor een passend einde. Laat de lezer niet achter met onbeantwoorde vragenHet probleem dat je aan het begin noemt, is dat aan het einde opgelost?
  7. Meestal moet je daarna nog wat sleutelen aan het verhaal. Soms kunnen bepaalde stukjes er beter uit, omdat ze bij nader inzien niets toevoegen. Op andere plekken zie je later dat er nog wat verduidelijking nodig is. Sleutelen en herschrijven is helemaal niet erg. Het hoort erbij en je verhaal wordt er vaak beter van!

 

Sigrid is zelfstandig journalist en schrijver. Ze is gespecialiseerd in het schrijven van journalistieke verhalen over mensen en hun belevenissen. Je kunt meer van en over Sigrid lezen op haar website Verhalenmaker.

Tot slot een aantal suggesties om de jonge schrijver te inspireren:

  1. Vraag in de bibliotheek naar boeken waarin schrijven belangrijk is voor de plot of voor de hoofdpersoon. Deze boeken zullen de ontluikende schrijvers verder motiveren en zullen hen helpen meeleven met andere schrijvers.
  2. Moedig je kind aan zijn werk te publiceren, bijvoorbeeld in het schoolblad of literaire tijdschriften en websites voor kinderen.
  3. Laat je kind een schrijversclub samenstellen met vrienden of met kinderen van de plusklas/verrijkingsklas. Dit kan een aanleiding zijn om meer te gaan schrijven en het kan hen een ander publiek bezorgen.

 

En ze leefden nog lang en gelukkig.