Een gesprek tussen ouder en leerkracht is een goede manier om de leerkracht van je kind beter te leren kennen en om iets te vertellen over jezelf en de zorgen die je hebt. De gewone 10-minuten gesprekken zijn meestal te kort voor een diepgaand gesprek over de behoeften van je kind. Je kunt beter een apart gesprek aanvragen. Hierbij een aantal tips voor zo’n gesprek.

  1. Maak een lijstje van je zorgen – een lijstje met zorgen is een goede voorbereiding op het gesprek met de leerkracht. Je kunt je zorgen maken over huiswerk, het gedrag van je kind, omgaan met klasgenoten en dergelijke. Richt je op een of twee van de voor jouw gevoel belangrijkste onderwerpen. Je kunt niet alles in één gesprek bespreken.
  2. Praat met je kind – laat je kind weten dat je met de leerkracht in gesprek wilt. Waarschijnlijk weet je al hoe je kind zich voelt in de klas (als hij zich verveelt of geen aansluiting vindt) maar misschien heeft hij nog wat toe te voegen. Bovendien is het belangrijk zowel je kind als de leerkracht aan te horen, zodat je weet hoe zij over het onderwerp denken. Soms schat een kind de situatie verkeerd in en soms is de leerkracht zich niet bewust van de gevoelens van het kind. Wees er zeker van dat je kind weet dat je gaat proberen de problemen op te lossen – je gaat niet alleen klagen.
  3. Stel een portfolio samen van het werk van je kind – als je een portfolio hebt van het werk van je kind, loop er doorheen en zoek voorbeelden die jouw gesprek kunnen ondersteunen. Sommige kinderen, vooral zij die de leerkracht willen behagen*), laten niet altijd zien wat ze kunnen en de leerkracht is daar niet van op de hoogte.
  4. Regel een afspraak – jouw bezorgdheid over je kind is belangrijk, je wilt het waarschijnlijk zo snel mogelijk bespreken. Een afspraak maken is beter dan zomaar binnenlopen. Het heeft een aantal voordelen:
    • zowel jij als de leerkracht kunnen zich voorbereiden
    • er is een kleinere kans dat je de leerkracht op een verkeerd moment treft (druk, geen tijd, staat niet open)
    • je toont respect en gaat onbevangen het gesprek in
  5. Blijf positief – een positieve instelling is belangrijk vóór, tijdens en na het gesprek met de leerkracht. Kinderen kunnen negatieve stemmingen oppikken en als het kind een vermoeden heeft dat de ouder weinig respect heeft voor de leerkracht, zal het denken dat zo’n stemming acceptabel is. Dat zal bestaande problemen erger maken en moeilijker op te lossen. Laat je boosheid thuis, omdat je irrationeel overkomt en de leerkracht daardoor een defensieve houding zal aannemen. Dat zal jou en je kind niet helpen.
  6. Vermijd de woorden “verveling” en “hoogbegaafd” – een van de dingen die de leerkracht uit zijn evenwicht kunnen brengen is vertellen dat je kind zich verveelt in de klas. Leerkrachten maken niet met opzet saaie lessen! Ze werken hard om de les zo voor te bereiden dat het interessant en leuk is. Het woord “hoogbegaafd” kan ervoor zorgen dat de leerkracht vindt dat je te veel eist van je kind. In plaats van het praten over hoogbegaafd, praat over leerstijlen. Je kunt bijvoorbeeld aankaarten dat je kind het beste leert als het uitdagend werk krijgt.
  7. Blijf gericht op je kind – leerkrachten hebben meer kinderen waar ze zich zorgen over maken. Ze kunnen in een gesprek reageren door een opsomming wat al die andere kinderen nodig hebben. Je kunt benadrukken dat je hun zorgen voor al die kinderen waardeert, maar dat jij er zit om over jouw kind te praten.
  8. Vraag om duidelijkheid – de meeste leerkrachten zijn getraind zich te concentreren op tekorten – academische, emotionele en sociale. De leerkracht van je kind zal waarschijnlijk consequent opsommen op welke punten jouw kind tekort schiet. Hij vertelt bijvoorbeeld dat je kind zich onvolwassen gedraagt of dat het zwaarder werk niet aankan. Vraag waar dat op gebaseerd wordt en vraag om voorbeelden van het onvolwassen gedrag. Vraag ook of andere kinderen zich soms ook zo gedragen. Misschien dat je kind zich gewoon gedraagt als zijn leeftijdgenoten (ook al is hij/zij versneld). Bovendien weet de leerkracht misschien niets over de asynchrone ontwikkeling bij hoogbegaafde kinderen.
  9. Maak een plan van aanpak – werk samen met de leerkracht aan een stappenplan. Sommige schoolzaken kunnen alleen op school worden aangepakt, zoals werk op tijd af hebben en aan verrijking toekomen. Deze afspraken moeten ook goed met het kind worden doorgenomen. Hij/zij moet op de hoogte zijn van de eisen en consequenties.
  10. Stuur een bedankbriefje – bedank de leerkracht met een briefje of een mailtje. Som nogmaals de stappen op die jullie hebben afgesproken. Als de leerkracht het (niet) eens is met de opgesomde stappen, zal dat duidelijk worden aan de hand van de reactie.

 

*) Kinderen die een leerkracht willen behagen doen wat de leerkracht vraagt omdat ze hem blij willen maken. Dit kan problemen opleveren als het kind niet academisch wordt uitgedaagd en niet gelukkig is op school. Dit kind zal niet klagen, omdat klagen de leerkracht ongelukkig zou maken. Kinderen die een leerkracht willen behagen halen meestal hoge cijfers en hebben zelden gedragsproblemen. Dit kan het voor ouders moeilijker maken om gepast onderwijs voor hun kind te krijgen, omdat het kind goed lijkt te gaan op school. Maar deze kinderen, zoals andere kinderen die niet voldoende uitgedaagd worden, ontwikkelen niet de juiste studievaardigheden en leren niet hoe ze hun best moeten doen. Deze kinderen worden vaak extrinsiek gemotiveerd, wat betekent dat een goedkeuring van de leerkracht al genoeg kan zijn hen te motiveren werk te doen dat ze misschien saai en eentonig vinden.

Hier kun je lezen over de voor- en nadelen van het met de leerkracht bespreken van hoogbegaafdheid.