Ouders bellen mij soms in paniek omdat hun kind niet toegelaten wordt tot een plusklas of niet versneld wordt omdat het hem of haar ontbreekt aan executieve functies. Het lijken toverwoorden tegenwoordig. En ze blijven heel mysterieus: iedereen praat er over maar niemand weet precies wat het betekent en hoe je deze “tekorten” moet aanpakken. Leerkrachten en hun adviseurs gaan er vaak van uit dat een hoogbegaafd kind “vanzelf” de executieve functies heeft.

Met 5 jaar weten ze hoe het moet

Heb je weleens een jong kind ontmoet dat uit zichzelf precies wist wat het moest doen en hoe? Ik denk het niet. Toch verwachten sommige leerkrachten dat een kleuter volledig zelfstandig kan functioneren en dat hij/zij al goed ontwikkelde executieve functies heeft. Ik ken een jongen van 5 die niet versneld kon worden omdat hij niet netjes zijn jas ophing en omdat hij de broodtrommel niet opruimde zoals de leerkracht van hem verwachtte. Je begrijpt het al, de ouders zijn van school veranderd. Een kind heeft recht op eigen ontwikkeling. Zeker bij hoogbegaafde kinderen kun je niet standaard verwachtingen hebben, zij ontwikkelen immers asynchroon!

Het valt mij op dat er vaak weinig aandacht is voor wat een kind al kan en dat men zich voornamelijk richt op wat het niet kan. Dat is voor kinderen heel demotiverend en zwaar. Ze hebben vaak het gevoel dat ze het “nooit goed kunnen doen”. Bij gevoelige, hoogbegaafde, zelfkritische kinderen leidt dit tot faalangst en perfectionisme.

Overdreven verwachtingen

Waar komen die overdreven verwachtingen van sommige leerkrachten vandaan? Heeft dat te maken met hardnekkige overtuigingen wat een kind van een bepaalde leeftijd zou moeten kunnen? En waar komen die overtuigingen dan weer vandaan?

Het is wel zo dat hoogbegaafde kinderen veel eerder bepaalde vaardigheden (executieve functies) nodig hebben als andere kinderen. Ze werken vaak aan moeilijkere opdrachten waarbij ze vaardigheden nodig hebben als plannen, organiseren, systematisch ordenen en informatie verwerken. Maar het is niet zo dat de hoogbegaafde kinderen deze vaardigheden vanzelf leren of dat ze deze al moeten kunnen voordat ze naar school gaan. Het kan zijn dat doordat hoogbegaafde kinderen cognitief ver op hun klasgenoten voorlopen, verondersteld wordt dat zij de vaardigheden al bezitten. Hierdoor krijgen deze kinderen weinig of geen kans om het te leren.

Executieve functies aanleren

Om een goed beeld te krijgen van welke executieve functies geoefend moeten worden, moet eerst in kaart gebracht worden waar het om gaat. Daarbij moet je ook kijken wat het kind thuis laat zien en wat het op school doet. Daar kunnen namelijk grote verschillen inzitten, omdat hoogbegaafde kinderen ook sociaal vaardig zijn en niet anders willen zijn dan hun klasgenoten.

Het is belangrijk dat leerkrachten hun verwachtingen bijstellen en dat er een samenwerking ontstaat tussen ouders en school. Ouders van hoogbegaafde kinderen zijn een belangrijke bron van informatie wat de capaciteiten van hun kind aangaat. Zij zien hun kind in een omgeving (thuis) waar hij zichzelf kan zijn en dus ook vaak beter laat zien wat hij werkelijk kan.

Als ouders en leerkrachten niet gericht aan de slag gaan en als er geen plan is om aan de vaardigheden te werken, kan het gebeuren (en gebeurt helaas ook vaak) dat een hoogbegaafd kind volledig onvoorbereid naar de middelbare school gaat. Het kan niet organiseren, plannen, structureren, zijn emoties reguleren, aan een taak te beginnen, doorzetten e.d. en dat heeft weer enorme invloed op zijn zelfvertrouwen en weerbaarheid.