Door: Hilde Cromjongh van Kolibrie Talentcoaching

Hoewel het sommige mensen zal verbazen, kunnen juist hoogbegaafde kinderen last van hebben van belemmerende gedachten die ervoor zorgen dat ze niet laten zien wat ze kunnen en in hun schulp kruipen.

Hoe komt dat?

Er zijn verschillende factoren die een rol spelen. Om te beginnen hebben veel hoogbegaafde kinderen een hoge prestatienorm, met andere woorden, ze leggen de lat voor zichzelf ontzettend hoog. Vaak is dit omdat ze zich steeds een goed beeld kunnen vormen van de opperste vorm van beheersing en uitvoering, ze kunnen denken als deskundigen en willen ook (onmiddellijk) op dit niveau functioneren. Soms hebben ze last van al dan niet terecht gevoelde eisen en verwachtingen van anderen waar ze aan willen voldoen. Hun gevoel van eigenwaarde hangt af van hun geleverde prestaties en de goedkeuring van anderen. Als je het idee hebt dat je alleen bij hoge prestaties wat waard bent, knagen fouten behoorlijk aan je zelfbeeld.

Vallen en opstaan

De meeste kinderen leren met vallen en opstaan, hoogbegaafde kinderen zijn niet gewend om fouten te maken en hebben niet geleerd daarmee om te gaan . Ze ervaren geen of te weinig falen en ontwikkelen geen natuurlijk opvangmechanisme. Hoogbegaafde kinderen zijn gevoelig en beleven alles bijzonder intens. Alle gevoelens worden heftiger ervaren, onprettige gevoelens die bij fouten maken horen, hakken er extra diep in. Het is heel heftig als je kritiek en fouten persoonlijk neemt. Een fout kan dan voor paniekgevoelens zorgen en paniek wil je het liefst vermijden. De kans op deze paniekgevoelens is groot als je leren en fouten maken niet ziet als een serie opeenvolgende stappen van beter te worden.

Ik wil geen moeilijk werk!

Als je voor uitdagingen staat en je bent niet zeker van succes is het makkelijker en prettiger om ervoor te kiezen die uitdagingen uit de weg te gaan. Veel hoogbegaafde kinderen spelen op zeker doordat ze op hun (bekende) beheersingsniveau presteren. Door deze aanpassing worden ze niet blootgesteld aan de rauwe kantjes van mogelijk mislukken.

Mindset

Hier komt mindset om de hoek kijken. Mindset is de overtuiging die je hebt over hoe intelligentie werkt. Een vaste mindset gaat ervan uit dat intelligentie statisch is en niet ontwikkeld kan worden, dit vertaalt zich in uitspraken als ‘je bent slim, of niet’ en ‘daar ben je goed in, of niet’. Intelligentie wordt gezien als aangeboren eigenschap waar je geen invloed op hebt. Daartegenover staat de groei-mindset die stelt dat intelligentie en vaardigheden ontwikkeld kunnen worden. Je hebt dus wel invloed op waar je goed in bent en kunt worden.

Welke overtuiging een kind heeft, blijkt enorme impact te hebben op zijn leerhouding. Vaste mindset-mensen presteren alleen om hun slimheid te bevestigen. Hun grootste angst is om dom gevonden te worden en alle signalen die daarop zouden kunnen duiden gaan ze uit de weg. Dan gaat het over dingen als de wil om uitdagingen aan te gaan, inzet, doorzettingsvermogen, openstaan voor kritiek en input van succesvolle andere mensen. Al deze dingen vermijden zorgt er uiteraard voor dat je hele leergebieden laat liggen en je niet tot het ontwikkelingsniveau komt waar je wel toe in staat zou kunnen zijn.

Alle beschreven processen worden in gang gezet en ondersteund door gedachten, met gevoelens als gevolg. Controle over je gedachten en jezelf fouten gunnen kan zorgen voor een meer ontspannen houding en meer plezier in leren. Zo kun je tot hoogtes komen die je zelf misschien niet voor mogelijk had gehouden….

Denken van ondersteunende gedachten, durven omdat je risico’s op de koop toeneemt, dan kun je in actie komen: doen.