Voor een gezond zelfrespect heb je vriendschappen nodig – en mislukkingen.

Ouders die een hoogbegaafd kind opvoeden krijgen te maken met unieke uitdagingen. Een van die uitdagingen is het grootbrengen van een breed ontwikkeld en evenwichtig kind met een gezond zelfrespect.

Dat is niet zo eenvoudig als het lijkt. Als dingen scheef lopen kunnen hoogbegaafde kinderen beschadigd raken door goedbedoelde, maar misleidende nadruk op intellectuele groei die ten koste gaat van de persoonlijke ontwikkeling. De primaire focus van ouders op de vroegrijpe cognitieve capaciteiten van hun kind kunnen ertoe leiden dat deze kinderen in een armoede van interpersoonlijke vaardigheden opgroeien die ze nodig hebben om vriendschappen te onderhouden. Deze kinderen moeten gelegenheid krijgen om zowel positieve als negatieve ervaringen te meemaken.

Hier is hoe het werkt. Een kind met superieure cognitieve capaciteiten kan moeilijkheden ervaren tijdens contact leggen met kinderen van zijn eigen leeftijd en kan daarom de neiging krijgen zich meer tot volwassenen te richten. Als het kind bovenmatig gericht is op het plezieren van volwassenen, verliest hij de natuurlijke steun van relaties met leeftijdgenoten en de vaardigheid zo’n relatie op te bouwen. Intellectueel succes is eenvoudig te behalen en het gevaar bestaat dat het gevoel van eigenwaarde van het kind alleen op dit succes gaat steunen. Het kind verslaat iedereen in zijn omgeving met zijn intellect en wordt hiervoor geprezen door volwassenen. Onder de façade van bekwaamheid en succes is dit kind kwetsbaar omdat het niet in staat is bevredigende vriendschappen te sluiten of te onderhouden. Zijn zelfrespect berust op het fragiele fundament van intellectuele superioriteit.

Wat kunnen bezorgde ouders doen?

Eerst: beoordeel je prioriteiten. Ben je je volledig bewust van het belang je kind te helpen om evenwichtig sociaal en emotioneel groot te worden?

Vervolgens, beoordeel de situatie van je kind. Hoe goed is je kind in interactie met leeftijdgenoten? Kan hij goed samenwerken? Heeft je kind vrienden? Hoe vaak spelen ze samen? Wordt je kind ook uitgenodigd? Wil hij ook dingen doen die andere kinderen voorstellen of wil hij alleen doen waar hij zelf zin in heeft? Wat zegt zijn leerkracht over de relatie met andere kinderen? Welke steun heeft je kind van jou nodig om beter te worden in het maken van vrienden?

Maak de prioriteiten duidelijk. Praat met je kind over hoe belangrijk het is om met anderen op te kunnen schieten. Leg uit dat hij ook leeftijdgenoten die niet per se intellectueel gelijk zijn als vrienden kan hebben. Stimuleer je kind anderen te respecteren, naar anderen te luisteren, compromissen te sluiten en samen te werken. Praat over het dagverloop op school, met wie je kind gespeeld heeft en wat ze gedaan hebben. Stuur bij als het nodig is.

Zorg er voor dat je kind betrokken is bij activiteiten zoals sport, toneel, scouting, buitenschoolse plusklas, waar samenwerking met anderen aangemoedigd en geleerd wordt. Het is mogelijk dat als je kind altijd alleen heeft gewerkt het communicatieve vaardigheden mist om met anderen te werken of te spelen. Kinderen hebben kansen nodig om deze vaardigheden te oefenen in situaties waar nadruk wordt gelegd op teamwerk en niet op individuele prestaties.

Stimuleer betrokkenheid bij activiteiten waarin je kind niet per se de beste is (en hoeft te zijn) zodat het leert dat je ook OK bent als persoon, gewaardeerd voor wie je bent. Om veerkrachtig in het leven te zijn is het nodig dat een kind leert dingen uit te proberen, zonder dat meteen resultaten gemeten worden.

Zou je je kind moeten dwingen deel te nemen aan activiteiten? Als het niet anders kan wel. Natuurlijk is het beter als je kind deelneemt aan activiteiten die hem interesseren, maar soms is het zo dat als het kind denkt niet de beste te kunnen zijn het gedwongen moet worden om deel te nemen: “Je moet het volleybal proberen. Als je het na drie maanden nog steeds niet leuk vindt, kun je overgaan op zwemmen, dansen of toneel.” Deze activiteiten helpen je kind bij zijn bredere ontwikkeling.

Waarom is “faalervaring” zo belangrijk voor hoogbegaafde kinderen? Alle kinderen falen tijdens het opgroeien en met behulp van volwassenen leren ze hiermee om te gaan. Voor hoogbegaafde kinderen ligt het anders. Zij falen “te weinig”. Zij doorlopen de basisschool met geen of te weinig inspanning en dus zonder voldoende faalervaringen. Deze intellectuele superioriteit, die automatisch ontstaat door het gebrek aan ontwikkelingsgelijken, mondt vaak uit in intellectuele dominantie op specifieke gebieden. Al snel neigen deze kinderen deelname aan activiteiten op gebieden waar zij niet automatisch domineren te beperken om de voorsprong niet in gevaar te brengen en frustratie te vermijden. Omgaan met frustraties scherpt de wilskracht en helpt frustratie bij anderen te begrijpen. Het kiezen van de weg van de minste weerstand hindert een normale, gezonde ontwikkeling.

Je kunt je kind deel laten nemen aan een verrijkingsclub op zaterdag of woensdagmiddag (of misschien is er een bij jou in de buurt tijdens de schooltijden) waar hij uitgedaagd wordt door ontwikkelingsgelijken en waar een speciaal daarvoor opgeleide coach aanwezig is. Het moet een veilige omgeving zijn waar kinderen ongemakkelijke situaties kunnen ervaren en waar een in hoogbegaafdheid gespecialiseerde coach aanwezig is om dit op de juiste manier te begeleiden. Kinderen ervaren het als prettig om tussen ontwikkelingsgelijken te zijn, want zij merken al gauw dat de andere kinderen “hetzelfde” zijn als zij. Hierdoor durven zij zichzelf te zijn, gek te doen en grapjes te maken.

In een plusklas of verrijkingsclub leren hoogbegaafde kinderen hun grenzen kennen, omdat de andere kinderen even slim zijn en net zo snel denken. Deze erkenning en herkenning is nodig voor het ontwikkelen van een juister zelfbeeld.

Als ouders de juiste prioriteiten stellen, kunnen hoogbegaafde kinderen opgroeien tot gezonde, gelukkige en extreem productieve mensen. Hoogbegaafde kinderen zijn intellectuele haaien – informatieverslindende machines. Waar we hen mee moeten helpen is bij het ontwikkelen van hun emotionele en sociale vaardigheden.

Het creëren van een veilige omgeving, waar het kind “falen” en de daaruit voortkomende frustraties kan ervaren en het ondersteunen van de ontwikkeling van vriendschappen, zijn erg belangrijk.