Hoogbegaafde kinderen worden regelmatig gezien als niet sociaal vaardig.

Misschien veroorzaakt door isolatie en ijverige aandacht van volwassenen of door hun intellectuele capaciteiten (waardoor het ontwikkelen van de emotionele intelligentie geen prioriteit heeft), kunnen hoogbegaafde kinderen een blinde vlek ontwikkelen voor het “lezen” van sociale richtlijnen. Voor veel hoogbegaafde kinderen schuilt hier een valkuil, namelijk een lager niveau van empathie en inaccurate waarneming in hun communicatie met anderen.

De meeste problemen ontstaan echter wanneer hoogbegaafde kinderen niet in hun omgeving passen (en dat is bijna altijd het geval): niet zozeer een gebrek aan sociale vaardigheden, maar een gebrek aan ontwikkelingsgelijken. Eén manier om kansen te creëren voor je kind om vrienden te maken is het in aanraking te brengen met ontwikkelingsgelijken, dus andere hoogbegaafde kinderen (verrijkingsclub, plusklas). “Normale” kinderen van alle leeftijden kiezen over het algemeen vriendschappen met kinderen die hun interesses delen en waarmee ze overweg kunnen. Die behoefte hebben hoogbegaafde kinderen natuurlijk ook. Dit betekent dat versnellen van het kind cruciaal kan zijn – niet alleen voor de academische stimulatie maar ook voor de sociale ontwikkeling. Dit betekent ook dat kinderen die nog niet naar school gaan kwetsbaar zijn tijdens socialisatie omdat de meeste kinderen op “hun” intellectuele niveau al op school zitten (en zij nog op het kinderdagverblijf of thuis zijn omdat ze nog geen 4 jaar zijn).

Mogelijke sociale problemen:

  1. Door vergevorderde taalontwikkeling en conceptuele vaardigheden zijn hoogbegaafde kinderen soms bazig tijdens spelen met anderen, wat niet altijd goed ontvangen wordt door de speelmaatjes.
  2. Hoogbegaafde kinderen houden vaak van moeilijke spelactiviteiten die ze niet met andere kinderen kunnen delen. Dit kan leiden tot sociale isolatie.
  3. Sommige hoogbegaafde kinderen verwachten van anderen dat zij op hetzelfde hoge niveau presteren als zijzelf. Dat vinden andere kinderen te veeleisend.
  4. Veel hoogbegaafde kinderen zoeken het gezelschap van volwassenen op als gelijkgestemde kinderen niet voorhanden zijn.
  5. Sommige hoogbegaafde kinderen moeten leren niet op te scheppen met hun vaardigheden en mogelijkheden, maar het omgekeerde komt vaker voor – dat kinderen niet durven te laten zien wat ze echt kunnen omdat ze bang zijn buiten de groep te vallen.
  6. Het kan gebeuren dat hoogbegaafde kinderen gekleineerd worden door andere leerlingen en gaan onderpresteren om sociaal in de groep te passen.
  7. Als een leerkracht merkt dat een kind intellectuele en sociale probleemoplossende vaardigheden bezit, wordt hem soms een leidende rol toegewezen in de groep. Maar leiderschap moet op natuurlijke wijze ontstaan. Andere kinderen kunnen een “bevordering” verkeerd opvatten, terwijl het hoogbegaafde kind zelf deze rol misschien helemaal niet wil. Je moet er voor waken dat er geen “Robin Hood effect” ontstaat, namelijk dat de tijd van hoogbegaafde kinderen gestolen wordt om minder goede leerlingen te ondersteunen. Ieder kind heeft recht op onderwijs op zijn/haar eigen niveau, dus ook het hoogbegaafde kind.

 

Het is onvermijdelijk dat wanneer je qua ontwikkeling “uit de pas loopt” in vergelijking met de meerderheid, dit vroeg of laat tot sociale of emotionele problemen leidt. Wanneer het kind zichzelf of zijn hoogbegaafdheid niet begrijpt, kan dit leiden tot onnodige verwarring en ongemak tijdens het opgroeien.

Naast het zorgen voor contacten met ontwikkelingsgelijken, kunnen ouders met behulp van onderstaande tips hun kind helpen zijn/haar sociale behoeften beter te leren begrijpen:

    • Sommige hoogbegaafde kinderen ontwikkelen enerzijds een diepe genegenheid tegenover hun ouders en later tegenover andere verantwoordelijke volwassenen, maar anderzijds kan het hen aan een brede genegenheid ontbreken (Porter, 1999). Dit maakt dat deze kinderen erg leunen op hun ouders, in die mate dat ze zelfs angstig kunnen zijn bij afscheid. Alleen met extra ondersteuning zullen deze kinderen afscheid durven nemen op bijvoorbeeld kinderdagverblijf of kleuterklas. Ook deze zeer jonge kinderen hebben uitdaging nodig. Wanneer geestelijke ondersteuning of extra uitdaging ontbreekt, kunnen de problemen bij afscheid aanhouden.
    • Hoogbegaafde kinderen hebben al vanaf zeer jonge leeftijd door dat ze anders zijn. Uitgelegd moet worden dat hun hersenen anders leren dan die van een gemiddeld kind en dat andere kinderen niet met opzet ongeïnteresseerd zijn of niet reageren op hun ideeën.
    • Het zelfvertrouwen van je kind moet niet afhankelijk zijn van de evaluaties van anderen (positieve of negatieve) maar van de voldoening die je kind krijgt door het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden.
    • Het kind moet leren begrijpen (en het is aan de ouder om dit uit te leggen) dat ook als het goede sociale vaardigheden heeft en redelijke contacten met klasgenoten, het waarschijnlijk moeilijk zal zijn een echte warme vriendschap te ontwikkelen met leeftijdgenoten. Sommige hoogbegaafde kinderen voelen zich minder aangetrokken tot anderen (Porter, 1999); wanneer een kind zich om die reden zou willen aanpassen (door onderpresteren bijvoorbeeld) zou het al vrij snel merken dat dat ook geen voldoening geeft. Het zou zichzelf verliezen ten koste van de illusie van volledige acceptatie.
    • Uit diverse onderzoeken is gebleken dat veel hoogbegaafde kinderen en jongeren een spanning ervaren tussen in de groep willen passen en goed presteren. Ouders kunnen proberen een mentor te vinden voor hun kind zodat hij/zij zich meer op zijn gemak voelt bij het halen van hoge scores. Maar een groep van ontwikkelingsgelijken zou een nog betere steun voor het kind kunnen zijn.
    • Het kind zou moeten leren vriendschappen te tolereren op verschillende niveau’s van intimiteit: kennissen, kinderen waarmee je soms kunt spelen, oppervlakkige vrienden en echte vrienden, soul mates. Ouders kunnen aan hun kind uitleggen dat iedereen (hoogbegaafd of niet) slechts één of twee goede vrienden heeft en dat je die misschien pas op latere leeftijd tegenkomt. Wanneer een kind een groep klasgenoten ziet die lol lijken te hebben zou bij nader onderzoek blijken dat ze alleen bij elkaar zijn omdat ze elkaar kennen en dat geen van hen een echte band heeft met de anderen uit de groep. Indrukken kunnen misleidend zijn en ouders doen er goed aan dit uit te leggen aan hun kind.
    • Als kinderen specifieke problemen hebben met vaardigheden die samenhangen met sociale competenties kunnen ouders en onderwijzers hen coachen op het gebied van bijvoorbeeld tact, samenwerken, volgen of leiden, hoe om te gaan met een nieuwe groep, oplossen van conflicten e.d.
    • Uiteindelijk zullen sommige kinderen moeten accepteren dat zij in hun leven een balans moeten vinden tussen contacten leggen met anderen, omdat ze bang zijn voor eenzaamheid, en contacten verbreken, omdat anderen saai zijn geworden (Gross, 1993). Alleen zijn hoeft geen probleem te zijn zolang eenzaamheid gezocht wordt, maar zelfs dan ervaren veel mensen eenzaamheid van tijd tot tijd als negatief en spoort dat hen aan op zoek te gaan naar gezelschap. Het is daarom niet altijd een signaal van serieuzere problemen.

 

Zich bewust worden van de eigen sociale vaardigheden en daaraan werken is belangrijk voor een kind om te leren reageren op anderen en om verbinding te zoeken met familie, vrienden en de rest van de wereld. 

Kenmerkend voor hoogbegaafde kinderen is een sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel, hoewel dat niet altijd blijkt uit hun gedrag – het zijn tenslotte kinderen. Dit kan bijdragen tot onverzettelijk gedrag. Soms is hun intense kritiek of oordeel een resultaat van deze positieve eigenschap. Het is belangrijk hen te leren hun visies op tactvolle wijze naar voren te brengen.

Wil je je kind helpen leren omgaan met zijn anders zijn en sociale vaardigheden trainen? De training Zorg zelf voor jouw succes! is nu ook als thuisstudie beschikbaar.