Met de term asynchrone ontwikkeling bij de beschrijving van een hoogbegaafd kind wordt meestal bedoeld dat er een verschil is tussen de kalenderleeftijd en de mentale of intellectuele leeftijd van het kind. Dit betekent dat bepaalde vaardigheden sneller ontwikkelen bij een hoogbegaafd kind dan andere en dat je van een hoogbegaafd kind niet mag verwachten dat het op alle vlakken even ver vooruit is.
Ook gaat het meestal niet over één mentale/intellectuele leeftijd, maar over meerdere, afhankelijk van het ontwikkelingsgebied.
Een voorbeeld in een grafiek:
Een ouder vertelt:
“Het probleem met mijn negenjarige zoon is dat hij schommelt tussen 6 jaar en 14 jaar. Zo kijkt hij het ene moment The Matrix en praat daarover en vervolgens zit hij op de bank met zijn knuffel die hij stevig vasthoudt.”
Deze kinderen kunnen het ene moment veel rijper zijn dan hun kalenderleeftijd en zich het volgende moment gedragen als kleuters. Een hyperhoogbegaafd kind is zijn leeftijd dikwijls op veel gebieden ver vooruit.
Eigenlijk zou de term asynchrone ontwikkeling opgenomen moeten worden in de definitie van hoogbegaafdheid, want hoogbegaafde kinderen ontwikkelen asynchroon. Het is zelfs zo dat hoe hoger het IQ van het kind is hoe groter de afstand tussen de verschillende ontwikkelingsniveaus kan zijn. Hierdoor zijn hoogbegaafde kinderen heel kwetsbaar.
Asynchrone ontwikkeling kan zich eveneens uiten in testen. Het komt weleens voor dat er grote verschillen zijn tussen de onderdelen van een IQ-test en dat die te maken hebben met de ontwikkeling van het kind op verschillende niveaus (leeftijden). Daarom is het van groot belang dat een kind (als het moet) getest wordt door een in hoogbegaafdheid gespecialiseerde psycholoog.
Hoogbegaafdheid is een asynchrone ontwikkeling waarin geavanceerde cognitieve vaardigheden en verhoogde intensiteit samen zorgen voor innerlijke ervaringen en bewustzijn die kwalitatief verschillen van de norm. Deze asynchronie neemt toe met een hogere intellectuele capaciteit. Het unieke karakter van hoogbegaafden maakt hen bijzonder kwetsbaar en vereist aanpassingen in ouderschap, lesgeven en counseling zodat zij zich toch optimaal kunnen ontwikkelen (The Columbus Group, 1991).
Asynchrone ontwikkeling kan gezien worden als een uitbreiding van de observaties van Hollingworth:
De intelligentie van een volwassene en de emoties van een kind, gecombineerd in een kinderlijk lichaam, leidt tot zekere complicaties. Hieruit volgt: hoe jonger het kind, hoe groter de moeilijkheden. Deze aanpassing wordt gemakkelijker naarmate het kind ouder is. De jaren tussen vier en negen zullen waarschijnlijk het meest problematisch zijn. (Hollingworth, 1931).
Rond dezelfde tijd erkende Terman ook de complexiteit van sociale acceptatie als je mentaal veel verder bent dan je leeftijdsgenoten:
Vroegrijpheid compliceert onvermijdelijk het probleem van sociale aanpassing. Een kind van acht met de mentaliteit van een kind van twaalf of veertien staat voor een bijna onmogelijke situatie. Om zich normaal aan te passen, moet dit kind een uitzonderlijk goed gebalanceerde persoonlijkheid hebben en vrijwel een sociaal genie zijn. Hoe hoger het IQ, des te groter het probleem. (Terman, 1931).
Asynchronie van uitzonderlijk begaafde kinderen is nog complexer. Het is niet alleen een ongelijke ontwikkeling, het omvat hooggevoelige zintuigen, groter bewustzijn, dieper inzicht en grotere gevoeligheid. De hoogbegaafden kunnen situaties vanuit een mondiaal perspectief bekijken. Hun uitgebreide begrip leidt automatisch tot meer emotionele gevoeligheid voor hun eigen ervaringen. Deze gevoeligheid is tweezijdig, het brengt zowel vreugde als pijn.
Het is zelfs nog complexer: hoogbegaafde kinderen ontwikkelen asynchroon op verschillende niveaus, gebieden en vaardigheden. Het is daarom een mengelmoes van verschillende ontwikkelingsleeftijden (Tolan, 1989) en lijkt het verschillende leeftijden te zijn in verschillende situaties (Gilman, 2008; Tolan 1994).
Hoe intelligenter een persoon is, ongeacht de leeftijd, hoe minder vaak hij een echt ontwikkelingsgelijke kan vinden. (Hollingworth, 1942).
De impact van asynchrone ontwikkeling neemt dramatisch toe naarmate het IQ van het kind oploopt van hoogbegaafd tot uitzonderlijk begaafd.
Dubbel bijzondere kinderen zijn het meest asynchroon
De meest asynchrone kinderen zijn dubbel bijzondere kinderen: begaafd met een leerstoornis. Deze kinderen hebben enorme verschillen in hun sterke en zwakke punten en ze blijven ondervertegenwoordigd in programma’s voor hoogbegaafden. Ongelijkmatigheid is eerder regel dan uitzondering. Daarom worden veel kinderen, vanwege een tekort in sommige aspecten van de ontwikkeling, uitgesloten van programma’s voor hoogbegaafden – iets dat velen van hen juist hard nodig hebben (Little, 2001).
Wanneer de selectieprocessen voor hoogbegaafde programma’s, zoals cijfers, prestatiescores, aanbevelingen van docenten, motivatieaspecten of een identificatiematrix bevatten die hoge prestaties op alle gebieden belonen, maakt dat de toegang tot voorzieningen voor dubbel bijzondere hoogbegaafde of uitzonderlijk begaafde kinderen waarschijnlijk onmogelijk. Deze groepen zijn vaak juist onzichtbaar als prestatiemodellen worden gebruikt om te bepalen wie mee mag doen aan de programma’s (zoals plusklassen e.d.). Hoogbegaafdenprogramma’s moeten ‘handicap-toegankelijk’ zijn (aldus Silverman, 1998) en aangepast aan de verschillende gradaties van asynchronie bij de leerlingen (Hutton, 2011).
Implicaties voor begeleiding
Leerkrachten en docenten, die met hoogbegaafde leerlingen werken, moeten de asynchrone ontwikkeling altijd meenemen in hun begeleiding. Zo kunnen ze de leerlingen helpen hun ontwikkelingsproblemen in wisselwerking met cognitieve vooruitgang te begrijpen. Niet alleen doorlopen veel hoogbegaafde kinderen veel meer verschillende fases van emotionele, sociale, morele en spirituele ontwikkeling dan gemiddeld begaafde kinderen, ze ervaren ook crises in elke fase op een kwalitatief andere manier vanwege hun uitzonderlijke intensiteit en gevoeligheid (Lovecky, 2004).
Interne begeleiders en mentoren kunnen fungeren als bemiddelaars voor kinderen die vanwege een starre leeftijdsbeperking geen geschikte onderwijskansen hebben (denk aan plusklas vanaf groep 5 of hoogbegaafdenonderwijs vanaf groep 3 of 4 of een aangepast programma op de middelbare school). Een professionele interventie is nodig als een hoogbegaafd kind geen toegang krijgt tot het hoogbegaafdenprogramma vanwege iets als ‘een rommelig bureau’ of ‘niet zijn jas kunnen ophangen’ of als een leerling in het voortgezet onderwijs niet versneld Engels mag doen ‘omdat het de woordjes uit boek 1 nog niet allemaal beheerst’.
Hoogbegaafde jongeren hebben de neiging hun verschillen te verbergen om bij hun leeftijdsgenoten te passen, waardoor ze zich vaak inadequaat voelen. Ze ervaren meestal een grote opluchting wanneer ze anderen zoals zij vinden, zodat ze zichzelf en hun intensiteiten als normaal beginnen te accepteren. Ze kunnen dan hun instinctieve neiging om hun intense reacties te ‘verstoppen’, loslaten. Deze reactie hebben ze vaak uit angst om verkeerd begrepen te worden. Counselingsessies of korte besprekingen met groepjes hoogbegaafden op school kunnen helpen hun ervaringen te normaliseren (Colangelo & Peterson, 1993; Peterson, 2008).
Asynchroon in de klas
Met de huidige nadruk op prestatie is het belangrijk om te onthouden dat voor hoogbegaafde kinderen leren een emotionele behoefte is die deel uitmaakt van hun bestaan. Als we geen formeel onderwijssysteem hadden, zouden hoogbegaafde kinderen nog steeds aandringen op mogelijkheden om te leren, hun vragen te uiten en de vele gedachten, complexiteiten, verbanden en relaties te verkennen, die ze zien als fundamentele bouwstenen van het bestaan in deze wereld.
Asynchrone kinderen leven in een wereld van tegenstrijdigheden. Leerkrachten verwachten vaak dat deze kinderen in alle vakken op hun hoogste niveau van ontwikkeling presteren. Wanneer er relatieve zwakheden zijn, worden hoogbegaafde kinderen vaak beschuldigd van niet hard genoeg werken, van onvoldoende motivatie, van een slechte concentratie of van lui zijn. Deze kinderen kunnen zelfs worden tegengehouden in hun ontwikkeling doordat hen de toegang tot plusklassen of verrijkingswerk wordt ontzegd totdat ‘de hiaten zijn weggewerkt’ of totdat ze op alle toetsen een A scoren. Deze benadering richt zich niet op hun sterke punten. Hun identificatie als hoogbegaafd kan zelfs in twijfel worden getrokken. Een hoogbegaafd kind dat zich naar haar leeftijd gedraagt in plaats van naar de mentale leeftijd die samenhangt met haar cognitieve ontwikkeling, spreekt men regelmatig aan en ook aan de ouders vraagt men waarom het kind, als het zo slim is, zich niet gedraagt ??zoals andere kinderen van haar leeftijd.
Hoogbegaafde kinderen worden vaak alleen herkend op grond van hun academische of cognitieve prestaties. Maar niet alle kinderen, of zelfs de meeste niet, laten deze prestaties op school zien.
Wat kun je doen?
- Wees je als leerkracht en als ouders steeds bewust van de mogelijk verschillende leeftijden van een hoogbegaafd kind.
- Als het kind aanvoelt dat je begrijpt wat het meemaakt en er rekening mee probeert te houden, dan heb je een belangrijke troef in handen om in vertrouwen met het kind om te gaan.
- Het is essentieel om met een asynchrone ontwikkeling rekening te houden bij versnellen. Dat kan gaan over heel kleine details.
- Weet welke reactie geschikt is voor een bepaalde situatie en voor het individu. Niet elk kind zal hetzelfde antwoord hebben na het zien van een dood dier aan de kant van de weg of als het groenten te eten krijgt die het niet lekker vindt.
- Houd rekening met het hele kind bij het differentiëren.
- Vraag wat het kind al weet, vraag dan wat hij of zij wil weten.
- Wees een pleitbezorger van het kind in een systeem dat vaker gericht is op degenen die aan de normen voldoen.
- Differentieer, differentieer, differentieer. Niet alle hoogbegaafde kinderen zijn hetzelfde. Thuis niet, op school niet, op voetbal niet, op pianoles niet…
- Blijf flexibel. Dit is vooral belangrijk voor leerkrachten. Een leerling, die aan het begin van het jaar in wiskunde werd uitgedaagd, mag met recht beweren zich halverwege het jaar te vervelen. Zet hem een jaar vooruit met wiskunde. Als een leerling, die moeite heeft met lezen, plotseling ‘het licht ziet’, verander dan de boekenlijst. Een leerling die interesse ontwikkelt in migratiepatronen van nomadische mensen kun je aanmoedigen om een onafhankelijk project te ontwikkelen dat een week of een heel leven duurt. Een andere leerling die een patroon in religieuze conflicten van de afgelopen 3000 jaar herkent tijdens het kijken naar het nieuws, kan leiderschapskwaliteiten ontwikkelen terwijl ze een goede doelenactie organiseert om boeken, eten en kleding te geven aan de armen.
Asynchroon ontwikkelen brengt spanningen teweeg in het kind wat betreft zijn/haar zelfbeeld. Daarbovenop zijn de tegenslagen die zich dagelijks herhalen of momenten van het eigen functioneren die ze niet begrijpen. Dat alles is een risico voor een goed zelfvertrouwen. Kinderen met een asynchrone ontwikkeling kunnen extra steun goed gebruiken.
Klik op het plaatje als je wilt weten wat wij voor je en je kind kunnen betekenen:
Referenties:
Colangelo, N. &Peterson, J.S. (1993). Group counseling with gited students. In L.K. Silverman (Ed.), Counseling the gifted and talented (pp. 111-129). Denver, CO: Love.
Gilman, B.J. (2008). Academic advocacy for gifted children: A parent’s complete guide. Scottsdale, AZ: Great Potential Press.
Greenfield, Susan A. (1996). The Human Mind Explained. New York: Holt and Company.
Hollingworth, L.S. (1931). The child of very superior intelligence as a special problem in social adjustment. Mental Hygiene, 15(1), 3-16.
Hollingworth, L.S. (1942). Children above 180 IQ Stanford-Binet: Origin and development. Yonkers-on-Hudson, NY: World Book.
Hutton, B.M. (2011). Two decades of putting a face on asynchronous development and the highly gifted. University of Denver.
Lovecky, D.V. (2004). Different minds: gifted children with AD/HD, Asperger Syndrome and other learning deficits. London: Jessica Kingsley.
Peterson, J.S. (2008). The essential guide for talking with gifted teens: Ready-to-use discussions about identity, stress, relationships and more. Minneapolis, MN: Free Spirit.
Silverman, L.K. (1998). Developmental stages of Giftedness: Infancy through Adulthood. In J. Van Tassel-Baska (Ed). Excellence in Educating Gifted and Talented Learners. Third Edition (p. 145—166). Denver, CO: Love.
Terman, L.M. (1931). The gifted child. A handbook of child psychology (p. 568-584). Worcester, MA: Clark University Press.
Tolan, S.S. (1989). Special problems of young highly gifted children. Understanding Our Gifted, 1(5), 1, 7-10.
Tolan, S.S. (1994). Giftedness as asynchronous development. Tip Network News, 4(1), 1-7.
Zo herkenbaar dit! Maar ik moet zeggen dat ik het als moeder bijzonder lastig vind om hiermee om te gaan. Het ene moment is m’n achtjarige 12, dan opeens is-ie weer drie…
Het is ook heel moeilijk, Jis. Je moet steeds switchen… maar je kind ook!
Beste Renata, ik heb zelf wel steun aan de manier waarop Martine Delfos naar ASS kijkt. Zij hanteert het model van meerdere ontwikkelstadia binnen één persoon (MAS1P). Wat helpt is haar hulpvraag: “dit gedrag hoort bij een kind van … jaar”, waarna je leeftijdsadequaat kunt handelen. Het helpt om de kalenderleeftijd los te laten en naar het gedrag en je kind te kijken.
Ik vind het erg herkenbaar en het maakt me ook alert en kritisch op testen. Het risico op een verkeerde diagnose is groot als gekeken wordt met de bril van stoornis, maar ook als er naar gekeken wordt met de bril van hoogbegaafdheid. In beide gevallen is een verkeerde diagnose een slechte zaak.
Jolanda, bedankt voor je aanvulling.
Herkenbaar stuk,
Helaas moeten vaststellen dat er weinig tot geen knowhow is op regulier en HB onderwijs.
Mijn zoon 145+, een creatieve hoogbegaafde jongen, is net een kameleon.
Aan de ene kant is dat zijn redding en past hij zich snel aan in nieuwe situaties, maar hij past zich dusdanig aan dat hij zichzelf niet meer is.
Hij hangt soms de clown uit en lijkt dan jonger in zijn gedrag dan hij is.
Zet hem bij oudere kinderen en dan is hij opeens rustig, zichzelf en voelt zich gehoord.
Hij heeft gelukkig een klas overgeslagen, maar wordt enorm tegengehouden op cognitief vlak.
Daarnaast loopt zijn zeer fijne motoriek een paar jaar achter en wordt hij daar op school, m.b.t. het schrijven, op afgerekend.
Met het oog op het VO maken wij ons daar zorgen over, omdat het geen kwestie van onwil is.
Helaas moet je labels kunnen overleggen als je iets voor elkaar wilt krijgen in het zieke onderwijsland.
Annabel, ook zonder labels kun je iets bereiken mits de school ervoor open staat. Je kunt een ervaren specialist inschakelen om te kijken wat je zoon nodig heeft en wie hem daarbij kan helpen.
Hallo,
Heel interessant stuk over asynchrone ontwikkeling! Ik was me er (nog niet) bewust van, maar vind het zeer herkenbaar!
Er staat bij je tips iets over dat er rekening mee moet gehouden worden bij versnellen. Hoe wordt dit juist bedoeld?
Kan het een tegenindicatie zijn om te versnellen? Of enkel eerder een aandachtspunt?
(Korte achtergrond: mijn zoontje van bijna 4 is net versneld. Hetgeen hem duidelijk mentaal wel deugd heeft gedaan. Nu krijgen we de opmerking van de nieuwe juf dat zijn motoriek ‘niet goed’ is.)
Beste K. , dat is precies wat ik bedoel: je zoontje ontwikkelt asynchroon, dus zijn motoriek ontwikkelt niet evenredig met zijn mentale kant of emotionele of sociale etc. Dat betekent niet dat zijn motoriek niet goed is, het is in een andere ontwikkelingsfase. Belangrijk is dat er ontwikkeling zichtbaar is op dat gebied. En dat kan anders zijn dan andere gebieden.
Beste Renate,
Bedoel je met asynchroon ook de performale kloof?
Mijn dochter heeft met een iqtest een verbaal iq gescoord van 130 en een perfomaal iq van 89.
Ze verdenken haar nu ook van dyslexie maar pas in jan 2019 kan er een officieel onderzoek gedaan worden.
We hebben via passend onderwijs PMKT toegewezen gekregen ivm haar zelfvertrouwen en hekel aan school.
Ze vind het gelukkig erg leuk, maar wij hebben het gevoel dat dit niet een echte oplossing is voor haar problemen.
Het beeld dat school schetst is dat van een enorm problematische school loopbaan omdar ze ervan uitgaan dat die kloof niet verbeteren zal.
Heeft u een advies mn wat betreft die performale kloof?
Hallo Regina, dat bedoel ik ook zeker https://www.ieku.nl/2011/03/de-mythe-van-de-vp-kloof/. Mijn advies is: laat een ervaren specialist met o.a. didactisch onderzoek vaststellen wat de (leer)behoeften van je dochter zijn en de school hierin adviseren. Het beeld van de school is nu niet juist.
Zo herkenbaar! En ook logisch……. Een mooi verwoord artikel over de ongelijke ontwikkeling. Ben niog steeds erg verbaasd dat scholen en overheid hier zo weinig mee/aan doen.
De wetsartikelen die u aangaf blijken ondergeschikt aan de ‘leerplichtwet’ ( lees: schoolplicht ).
Marjan, de wetsartikelen die ik aangeef, zeker kinderrechtenverdrag zijn niet ondergeschikt. Het Kinderrechtenverdrag bepaalt in artikel 3: Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging.
Dit Kinderrechtenverdrag weegt zwaarder dan het bekostigingsbesluit van de Nederlandse overheid. Ook de overheid is immers aan het Kinderrechtenverdrag gebonden.
P.S. Het gaat om een internationaal verdrag dat door Nederland is geratificeerd. Dus geldig en komt uit boven de nationale wetten.
Leerplicht naar leerrecht!
Wij hebben onze dochter van net 7 jaar nu ook thuis, ze is gewoon op, overspannen/burn-out geef het een naam 🙁
Ik weet niet hoe snel een leerplichtambtenaar in actie komt, maar wij zullen zeker de door jou genoemde wetsartikelen benoemen indien nodig, wel fijn idee dat je toch een stukje wet “aan jouw kant hebt”
Ik las je mail van vandaag en dat was alsof die persoonlijk aan mij gericht was, zo fijn even een stukje begrip te voelen!
Hoe weet je overigens in welke groep uitzonderlijk je valt met een score van 145+ dat is toch in met nederlandse testen niet verder te onderscheiden?
Voor nu maar weer de hoop gevestigd op volgend schooljaar weer een nieuwe hb-school…… ergens zal toch haar plekje zijn mag ik hopen.
Hallo Miranda, misschien is het event van 24 november iets voor jou… Hoe weet je hoe hoogbegaafd je kind is? Je moet een zeer ervaren specialist met je kind laten praten en in combinatie met de (betrouwbare) scores van subtest kan zij/hij daar een uitspraak over doen. De “clinical judgement” is in dit geval heel belangrijk.
Kan een hoogbegaafd kind ook asynchroon ontwikkelen op lichamelijk vlak ten opzichte van het intellectuele en emotionele vlak. Wellicht zelfs een misdiagnose krijgen van DCD terwijl het eigenlijk asynchrone ontwikkeling is? Hier een meisje. 5 1/2 jaar. Die op een NVPT een score haalt van 7 en 6 maanden. Na 4 maanden fysiotherapie van een motorische ontwikkeling balans en evenwicht van P5 naar P16 gaat. Fijne motoriek scoort op lager dan P5. Een taalontwikkelingsachterstand heeft in uitspraak, maar receptief op hogere leeftijd scoort. Daarin wordt zij dan nu nog gehinderd in woordenschat opbouw. Toch kan zij prima een film in de leeftijdscategorie van 9 en ouder volgen. Ook in de Engels gesproken taal. Begrijpt zelfs de woordgrappen. Wij zien ons genoodzaakt om wellicht een DCD diagnose te laten vaststellen om zodoende begeleiding op school te kunnen krijgen voor vertraagde verwerking mbt fijne motoriek en taalontwikkelingsachterstand.
Wat een goeie vraag @anoniem over dat stukje DCD. Zelf hebben wij een zoon van nu 15 jaar. Nooit getest maar doordat onze dochter van 7 nu zeer hb bijkt steeds meer aan het twijfelen of dat we hem niet ook hadden moeten testen. Achteraf gezien was hij een enorme onderpresteerder en heb ik thuis altijd veel meer van hem gezien, maar ja, die motoriek inderdaad bleef ver achter en ook bij hem DCD geconstateerd. Nooit eerder over nagedacht dat dat ook met een asynchrone ontwikkeling te maken zou kunnen hebben. Ben nu ook wel benieuwd naar het antwoord hierop. En ja ook ons heeft die diagnose wel geholpen op school dus in die zin alleen maar baat bij gehad…en nu..nu is hij 15 en gaat het helemaal prima en heeft hij alle achterstand ingelopen. Succes ermee!
Dat kan heel goed zo zijn Anoniem, als specialisten niet bekend zijn met de karakteristieken van hoogbegaafdheid, is het gevaar van een misdiagnose groot https://www.ieku.nl/misdiagnose/
Dag Renata,
Zeer interessant en herkenbaar! Zie je ook wel eens dat een (reguliere) iq-test aangeeft, een VIQ op hoog begaafd niveau en een PIQ van boven gemiddeld niveau? Met andere woorden, kan hier zich het asynchrome stukje openbaren? Onze 6 jarige dochter functioneert op zoveel vlakken als een 10/12 jarige, maar op het ‘doe’-vlak loopt zij zichtbaar achter.
Dank!
Hallo Anne, dat zie ik heel vaak zelfs https://www.ieku.nl/2013/09/disharmonisch-profiel-of-verbaal-performale-kloof/, de zgn kloof is bij uitzonderlijk begaafde kinderen vaak veel groter dan bij hoogbegaafde kinderen.