Beste Renata,
Je schrijft dat vanwege de ontwikkeling van de cortex bij uitzonderlijk begaafde kinderen anders verloopt en dat ze mede daarom zo’n moeite hebben met automatiseren (de tafels). Dat geldt ook voor mijn dochter (6 jaar, groep 4). En je zegt dat het aan te raden is om die informatie pas jaren later aan te bieden. Moet ik school dus overtuigen om haar de tafels pas later te laten leren (groep 6? groep 7?).
Alvast hartelijk dank voor het antwoord, en ook hartelijk dank voor de vele blogs die je over hoogbegaafde kinderen schrijft. Ik heb er heel veel steun aan. Hartelijke groet, Ingrid
Antwoord:
Beste Ingrid, bedankt voor je vraag. Ik ben blij dat je de tips op mijn website bruikbaar vindt. Wat je vraag betreft: in 2006 presenteerde Drs. Philip Shaw, Judith Rapoport en Jay Giedd de uitkomsten van een langdurig onderzoek met een verrassende uitkomst. Daar heb ik het over in mijn artikel over uitzonderlijk begaafde kinderen, het geldt voor alle hoogbegaafde kinderen. De cortex is juist heel goed ontwikkeld bij hoogbegaafde kinderen. Er worden betere cognitieve resultaten gehaald, omdat het kan. Een hoogbegaafd kind kan hetzelfde als een gemiddeld begaafd kind. Maar dan meer, sneller en beter, cognitief gezien natuurlijk. Het heeft een groter werkgeheugen waardoor er meer informatie snel en juist beschikbaar is. Dit kan overigens ook leiden tot een trager werktempo: een hoogbegaafd kind denkt over het algemeen langer na over zijn antwoord omdat hij zoveel informatie in zijn werkgeheugen kan stoppen (en dus alle mogelijkheden overweegt).
Volgens de onderzoekers is het raadzaam om automatisering van informatie voor hoogbegaafde kinderen niet vanaf groep 3 maar pas jaren later te introduceren. Zij hebben nieuwere en moeilijker informatie nodig om de ontwikkeling van de cortex te bevorderen en daarmee automatisering af te dwingen. Je kunt het zo aanpakken: je kind met de tafelkaart laten werken en laten spieken, om op deze manier toch met de tafels bezig te zijn. Maar de opdrachten moeten complex, top-down en in context aangeboden worden. Uitzonderlijk begaafde kinderen gedijen op complexiteit.
Ik moet even de termen memoriseren en automatiseren uitleggen, want die worden vaak niet goed gebruikt:
- Memoriseren is direct beschikbare kennis van rekenfeiten = uit het hoofd kennen van rekenfeiten. Het kind weet het antwoord op de som, het hoeft niet meer te denken aan een strategie. Bij het rekenen tot tien is het streven om te komen tot memoriseren.
-
Automatiseren betekent vrijwel routinematig uitvoeren van rekenhandelingen, die in bepaalde situaties direct naar een oplossing voeren. Het kind hoeft niet na te denken over de volgende tussenstap. Hiervoor moeten de tussenstappen rekenfeiten zijn (gememoriseerd).
Je kunt je kind helpen met het memoriseren van bijvoorbeeld de tafels door een balletje te overgooien en een tafel voor tafel te leren. Sommige hoogbegaafde kinderen gaat het gemakkelijk af, andere helemaal niet. Die kinderen moet je niet stressen en hen zolang een tafelkaart geven. Ook bijvoorbeeld het automatiseren van het rekenen met plus- en minsommen moet in context en complexer. Sommige kinderen begrijpen het splitsen pas als ze grotere sommen zien die ze moeten optellen. Dan pas hebben ze het nut van het splitsen door.
Volgens het onderzoek zijn hoogbegaafde kinderen er rond hun 10-12 jaar fysiek aan toe om te automatiseren. Door het balletje te overgooien of touwtjespringen worden beide hersenhelften aan het werk gezet en op die manier wordt het automatiseren bevorderd.
Scholen zouden rekening moeten houden met de afwijkende hersenontwikkeling van hoogbegaafde leerlingen en het onderwijs daarop aanpassen. Het blijft maatwerk, ook hier geldt zeker one size does not fit all. In het programma moet verwerkt worden: uitdagend werk, versnelling van informatie, latere herhaling van automatiseringsstof, onderzoekend leren en wel of niet het stimuleren van de executieve functies. Dit programma moet heel regelmatig geëvalueerd worden en bijgesteld.
Veel succes!
Renata
Wil je ook dat ik je vraag beantwoord? Stuur die in via deze link.
leuk om dit te lezen. onze dochter zit op de vrije school waar ze alle getallenrijen en daarna de tafelsommen erbij s ochtends tijdens het springtouwen oefenen, voor de hele klas. In de klas gaat het ook altijd samen met bewegen, klappen, stappen, springen. Helaas pas vanaf groep 4 want onze dochter zit het nu inderdaad allemaal met omwegen in haar hoofd uit te rekenen (groep 3 en in de klas pas bezig met sommen tot 10 en net de rekentekens gehad..). Wat te doen thuis? haar spelenderwijs zelf laten ontdekken of toch gewoon dat tafelblad aanbieden bij bijvoorbeeld de puzzelboeken en rekentekeningen die ze zo leuk vindt?
we hebben ook een leuk spel ontdekt tijdens wachtmomenten of autoritten. Ipv ‘een getal onder de … ‘ raadt ze ‘een som onder de….’
Ik geef de uitkomst en het rekenteken erbij, zij raadt welke som ik in mijn hoofd heb. Dwingt dit ook tot memoriseren maar dan op een wat complexere manier?
Ik merk iig dat ze dan omslachtige optel en splits strategieën achterwege laat maar meer afgaat op haar ‘gevoel’ of de keersom die ze noemt/kent ook past bij het antwoord.
Dit stelt mij enigszins wel gerust. Mijn zoon van 8 zit in groep 7. Hij is 2x versneld op advies van school. Nu willen ze hem nogmaals groep 7 laten doen om verder te werken aan het automatiseren. Dit staat mij zo tegen. Hij wil graag vwo tto gaan doen, maar dat advies krijgt hij niet tenzij hij nogmaals 7 doet. Laat het maar snel goedkomen met automatiseren zodat hij zijn droom kan waarmaken.
Beste Marie, doubleren is het slechtste wat je zou moeten doen in dit geval. Dit gaat om heel iets anders. Het automatiseren komt goed… Hij kan blijven oefenen, hij heeft daarbij aanmoediging nodig en iemand die hem uitlegt hoe zijn brein werkt en met hem ontdekt hoe hij leert. Succes! Renata
Soms zijn de dingen zo logisch dat ze ‘onzichtbaar’ zijn: ik heb (en had) heel veel moeite met de ‘tafels. Op de lagere school is het me uiteindelijk gelukt doordat ik tot de conclusie kwam dat ik de antwoorden ( van de tafel van een t/m twaalf) gewoon uit mijn hoofd moest leren. Want als ik de tijd nam om de antwoorden gewoon even uit te rekenen, duurde dat te lang. En omdat je ook geen pen en papier mocht gebruiken, maakte ik optelfouten omdat ik het te onthouden getal niet correct kon teruglezen (: van het blaadje in mijn hoofd waar ik dit denkbeeldig opschreef).
Dat werkte! Nadelig aan deze methode is dat ik stampwerk alleen opsla in mijn korte termijngeheugen. Nu, zo’n dertig jaar later, reken ik t antwoord gewoon weer op t gemakje uit. Of pak een rekenmachine. Tot grote verbazing van velen.?
Een speurtocht of hindernisbaan door huis met briefjes of houten blokjes met de tafels daarop. Mag pas verder als ze geprobeerd hebben de som op te lossen. Werkt ook heel goed, vooral bij de actieve niet-stilzitters.
In de Verenigde Staten maakten ze er ook een wedstrijd van: de ene klas tegen de andere. Er werden twee rijen gevormd en de voorste twee kinderen gingen de competitie aan. De leraar las de keersom voor, de kinderen moesten in de gymzaal een stukje rennen naar het schoolbord en de som + antwoord opschrijven. De eerste die klaar was, had gewonnen (mits het antwoord goed was) en mocht voor zijn/haar klas een poging wagen om de bal in de basket te schieten. Daar kon de klas punten mee verdienen. Sport en rekenen werd zo gecombineerd tot een groot feest. Mijn dochter was in aanloop naar de wedstrijd gemotiveerd om de tafels te memoriseren (daarvoor helemaal niet) en dit hoorde ik ook van andere ouders. Het ging overigens om GT (gifted & talented) klassen, maar had voor elk kind gewerkt.
Hier ook 2 jongens waarvan 1 dyslexie heeft.
Beide moeite met de tafels, ga zeker de tip van het overgooien en touwtje springen gebruiken. Spelenderwijs zal het dan hopelijk makkelijker gaan.
Dus bedankt weer voor de tips.
Gr. Welmoed
Ook onze dochter heeft moeite met automatiseren. Nog steeds nu ze 13 is, maar het gaat beter.
Toen ze de tafels moest leren ging dat ook erg moeizaam. Volgens de leerkracht was ze steeds te langzaam. Ze was noet binnen de tijd klaar.
Thuis hebben we het opgelost door er een wedstrijd van te maken. Zij tegen mij. Ik natuurlijk wel iets moeilijker tafels, anders werd het wel erg moeilijk. Nu werd de tijdsindicatie duidelijker, ze wilde immers eerder klaar zijn dan ik en ook werd het complexer, omdat ze steeds in de gaten hield hoeveel sommen ik nog moest. Het ging als een speer. De leerkracht begreep niets van mijn aanpak. Je moet niet overal een wedstrijd van maken zij hij, de tafels zijn geen wedstrijd. Nee dat snap ik ook, maar ik moet haar wel uitdagen en op deze manier is dat voor de tafels gelukt.
Bedankt voor je reactie, Jessica. Mooi om te lezen hoe je het hebt aangepakt! Groet, Renata