Schrik je van het woord discriminatie als ik het over hoogbegaafde mensen heb? Toch is het de dagelijkse praktijk. Hoogbegaafde mensen zijn de enige groep mensen met speciale behoeftes die kunnen doen net als of. Door deze enorme sociale aanpassing zijn hun behoeftes niet altijd duidelijk zichtbaar. Daarnaast wordt van hen verwacht dat ze zich aanpassen aan het gemiddelde. Dus al vanaf de kleuterklas pikken hoogbegaafde en uitzonderlijk begaafde kinderen deze boodschap op en hanteren een overlevingsstrategie die hun hele leven kan beïnvloeden.

Als je er over nadenkt, besef je hopelijk wat voor een impact dit heeft op het leven van een jong kind. De boodschap is: je bent niet oké zoals je bent, je moet je aanpassen, anders vinden we het niet goed. Vanaf dag één op de basisschool is je identiteit weg. Je past je aan, je wordt geassimileerd. Normaal gesproken komt dit alleen voor in een SF-verhaal, maar het komt ook voor in vele levens van hoogbegaafde kinderen.

Het aanpassen aan het gemiddelde gaat vaak zo ver, dat hoogbegaafde kinderen niet meer weten wat ze kunnen, wat ze willen, wie ze zijn, wat ze voelen. Ze kunnen zich hierdoor hun hele leven raar voelen, niet lekker in hun vel zitten en altijd het gevoel van een buitenstaander hebben. Ze hebben vanaf kleins af aan uitleg nodig over wie ze zijn. Dit mag niet verdoezeld en verzwegen worden. Kennis van hoogbegaafdheid en de karakteristieken die erbij horen zijn essentieel voor het ontwikkelen van hun identiteit en weerbaarheid.

In de film The Incredibles wordt zoon Dash – een eerstegraads superheld – niet toegestaan mee te doen aan sport omdat… hij gewoon te snel is. Meneer Incredible realiseert zich dat zijn zoon gestraft wordt voor zijn talenten en klaagt luidruchtig over de dwangmatige neiging van de maatschappij naar middelmatigheid: het is prima dat kinderen goed zijn in iets, maar ze moeten weer niet te goed zijn, want dan voelen andere kinderen zich tekort gedaan. Aan het einde van de film mag Dash meedoen met hardlopen, onder voorwaarde dat hij zijn snelheid dimt – het is tenslotte niet nodig dat andere deelnemers zich minder voelen.

Bovengeschetst scenario vindt regelmatig plaats in het leven van hoogbegaafde kinderen. Maar hoogbegaafde kinderen willen niet excelleren om anderen daarmee een minderwaardigheidsgevoel te bezorgen; ze willen alleen maar zichzelf zijn. Als hoogbegaafde kinderen willen presteren op hun eigen niveau, laten ze alleen maar zien wie ze zijn. Als wij dat – zelfs maar passief – onderdrukken, geven wij een dubieuze boodschap af. Namelijk dat het niet goed is te zijn wie je bent en dat je vooral niet moet opvallen door anders te zijn. In het #metoo tijdperk is dit een vreemde boodschap.

Sommige mensen zijn er van overtuigd dat iedereen goed is in iets. Het woord “hoogbegaafd” suggereert door de toevoeging “hoog” dat het gaat om iets beters, hoger, meer. Het woord misleidt de werkelijkheid. Deels althans. Hoogbegaafd zijn betekent niet beter, maar het betekent wel meer. Meer intens, meer gevoelig, asynchroon, sneller denken, sneller verbanden leggen.

Hoogbegaafden ervaren intensiteit die een duidelijk andere kwaliteit van ervaring creëert – niet alleen meer dan gemiddeld maar kenmerkend levendiger en waakzamer.

Het bestaan van hoogbegaafdheid als een onderscheidende kwaliteit wordt vaak weggewuifd als iets dat sommigen hebben en anderen niet. Als mensen het doen, hebben ze vaak de behoefte anderen te overtuigen. Soms wordt het woord elitisme*) genoemd. Door sommige kinderen als hoogbegaafd aan te duiden, worden de anderen gedegradeerd, wordt gedacht. Dat is natuurlijk onzin. Met elitisme wordt niet bedoeld dat sommige kinderen meer zijn dan andere. Elitisme betekent niet dat sommige mensen superieur zijn.

Betekent elitisme het geloof in menselijke verschillen en het besef dat een IQ van 145 een 10-jarig kind op een aantal belangrijke punten kwalitatief doet verschillen van haar leeftijdgenoten? Nee, want dat is de realiteit.

Is het elitair om een kind te vertellen dat zijn hoogbegaafdheid een levenslange kwaliteit is die hem in staat stelt levenssituaties te ervaren en interpreteren op een subtielere en complexere manier dan de meeste anderen? Nee, wat dat is de noodzaak. Je kind moet het weten.

Hoogbegaafde kinderen moeten gelijk behandeld worden. Geen aanpassing aan het gemiddelde, geen uitsluiting van passend onderwijs en de juiste begeleiding. Als je zelf niet in staat bent deze kinderen passend te onderwijzen en begeleiden ben je verplicht hulp in te roepen van mensen die het wel weten. Dat zou je toch met een dyslectisch, moeilijk lerend of minder slim kind ook doen? Deze gelijke behandeling is in wetten geregeld, maar niemand lijkt er rekening mee te houden.

Daarom mijn oproep aan leerkrachten en andere begeleiders: verdiep je in de karakteristieken van hoogbegaafdheid, laat je voorlichten door ervaren professionals en stop met zeggen dat hoogbegaafde kinderen “gewoon mee moeten doen, omdat ze dat later in het leven ook moeten”.

 

*) Elitisme is het geloof of de houding dat individuen die een elite vormen – een selecte groep mensen met een bepaalde afkomst, intrinsieke kwaliteit, een hoog intellect, rijkdom, speciale vaardigheden of ervaring – waarschijnlijk eerder constructief zijn voor de samenleving als geheel, en daarom verdienen invloed of autoriteit groter dan die van anderen.

VOOR EEN UNIEK INDIVIDU IN DE INCLUSIEVE WERELD.