Van asynchrone ontwikkeling is sprake als een kind op intellectueel gebied veel verder ontwikkeld is dan op emotioneel en motorisch gebied (Silverman, 1997). Hoe hoger het IQ van een kind hoe asynchroner de ontwikkeling verloopt.

Het reguleren van emoties kan een probleem zijn in het bijzonder voor jonge hoogbegaafde kinderen. Zij kunnen op onvoorspelbare momenten uitbarsten in woede of verdriet.

Science-fiction en mystery boeken

Het vinden van geschikte lesstof kan een hele opgave zijn als een kind op de basisschool al de leesvaardigheid heeft van een universiteitsstudent, terwijl hij nog lang niet toe is aan bijvoorbeeld literaire en filosofische teksten op universitair niveau. Abstracte begrippen zoals existentialisme en postmodernisme ontgaan hen waarschijnlijk. Daarom houden hoogbegaafde kinderen vaak het meeste van boeken waarin een rijke vocabulaire wordt gebruikt in goed uitgewerkte zinnen en die uitgaan van een duidelijk plot. Die combinatie is vaak te vinden in science-fiction en mystery boeken (waarin mysteries opgelost worden door kinderen, zoals De Vijf van Enid Blyton, De Verborgen Stad van John Blane of Twilight van Stefenie Meyer).

Intellectuele ontwikkeling versus motorische vaardigheden

Wanneer de intellectuele ontwikkeling sneller gaat dan die van de motorische vaardigheden, kan een kind hevig gefrustreerd raken doordat zijn handen en lichaam niet willen doen wat zijn geest hem ingeeft. Hij kan niet schrijven in het tempo waarin hij denkt en zijn jonge vingers kunnen de beelden die hij voor ogen ziet niet op papier zetten of de melodie die hem duidelijk voor de geest staat niet uit de piano toveren. Hij kan zich een bergbeklimming voorstellen aan de hand van een gelezen boek of een geweldige dans, maar zijn nog onvoldoende ontwikkelde lichaam belet hem deze uit te voeren. Daarom is moderne technologie een ware uitkomst: nu kunnen deze kinderen in ieder geval in de virtuele wereld hun ideeën realiseren (typen, muziek maken, simulatiesoftware, games).

De “intellectuele” leeftijd van hoogbegaafde kinderen loopt meestal ver voor op hun chronologische leeftijd, maar hun oordeel staat vaak dichterbij hun echte leeftijd. Intelligentie en kennis zijn niet hetzelfde als emotionele rijpheid, begrip en wijsheid. Een 8-jarige kan intellectueel op een 12 of 13-jarig kind lijken, of zelfs op een 16-jarige (doordat je met hem of haar bijvoorbeeld over de oorzaken van het begin van de tweede wereldoorlog kunt praten), maar het oordeel van het kind tijdens beslissingen nemen over hoe te handelen zal eerder in de buurt van een andere achtjarige liggen (je verwacht bijvoorbeeld dat hij of zij zich kan verplaatsen in anderen en zich identificeert met het gevoel van anderen). Een hoogbegaafde zesjarige kan misschien praten over diverse computerapplicaties of hij kan complexe puzzels maken met vaardigheden van een twaalfjarige maar zal het misschien prettig vinden in bed gestopt te worden met een lievelingsknuffel.

In werkelijkheid is het kind zoals zijn leeftijdgenoten

Als een kind de intellectuele ontwikkeling heeft van een tiener of zelfs een volwassene maar de emotionele ontwikkeling loopt gelijk met die van leeftijdgenoten, kan dit veel stress voor het kind veroorzaken. Terwijl het kind bijvoorbeeld de natuurkundige krachten begrijpt van een tornado, kan het nog niet de gevolgen daarvan voor de mens overzien.

Voor volwassenen die zich niet bewust zijn van de asynchrone ontwikkeling kan het verwarrend zijn als een kind zich gedraagt naar zijn chronologische leeftijd, in plaats van zijn cognitieve leeftijd. Ze verwonderen zich oprecht als het kind emotioneel onvolwassen blijkt te zijn, omdat ze zo vaak volwassenheid op andere gebieden zien. Volwassenen gaan er regelmatig van uit dat een kind dat zonder problemen moeilijke woorden en concepten gebruikt, ook moeilijke en complexe emotionele en interpersoonlijke situaties en gesprekken aankan. Maar de emotionele ontwikkeling van het kind hoeft niet op een gelijk niveau te liggen (of zelfs maar in de buurt ervan)

Ook hoogbegaafde volwassenen laten niet altijd een goed oordeel zien. Sternberg (2002) beschrijft veel wetenschappers, politici en anderen wiens oordeel/mening in vele gevallen achterbleef bij hun intellect.

In werkelijkheid is het kind zoals zijn leeftijdgenoten. Als volwassenen kritiek of teleurstelling uiten over het emotionele gedrag, ontstaat er stress bij het kind dat de reactie van de volwassene niet begrijpt.

Om deze onnodige stress te vermijden moet je weten welke gebieden bij je kind asynchroon ontwikkeld worden. Onderken en accepteer deze verschillen en houd er rekening mee in je opvoeding. Sta je kind toe te reageren overeenkomstig zijn leeftijd op momenten dat hij jonger reageert dan zijn intellectuele leeftijd. Help je kind zijn intellectuele vermogen en zijn emotionele kwetsbaarheid te begrijpen.

Asynchrone ontwikkeling van talenten

Asynchroniteit heeft betrekking op meer dan oordeel/mening en emotionele ontwikkeling die achterloopt op het intellect. Hoogbegaafde kinderen laten ook binnen hun intellectuele mogelijkheden asynchroniteit zien. Hoe slimmer het kind hoe waarschijnlijker het is dat het een grote variëteit aan talenten zal hebben. Bijvoorbeeld: het is gebruikelijk dat een jong begaafd kind gefrustreerd is dat zijn vingers niet willen doen wat het brein wil dat ze doen. Het kind kan met zijn gevorderd begrip visualiseren hoe het eindproduct er uit zou moeten zien, maar de fijne motoriek is nog niet voldoende ontwikkeld om dit te bereiken.

Hoogbegaafde kinderen met extreme verschillen, zoals ook de kinderen die belemmeringen in leren ervaren (dyslexie bijvoorbeeld) zijn geneigd tot een laag zelfbeeld en depressie (Baum&Owen, 2004). “Denk je dat ik slim ben?” kunnen deze kinderen zich afvragen. “Zeker, ik kan alle opdrachten voor wiskunde in mijn hoofd berekenen, maar ik kan niet spellen!” Het kind beschouwt de opdrachten die hij gemakkelijk aankan als onbetekenend. Zijn eigenwaarde steunt in zijn ogen meer op opdrachten die voor hem moeilijk zijn dan op opdrachten die gemakkelijk zijn. Hij beoordeelt zichzelf veeleer op grond van wat hij niet kan dan op grond van wat hij wel kan. Dit wordt trouwens ook een beetje in de hand gewerkt op school, waar hoogbegaafde kinderen regelmatig te horen krijgen wat ze niet kunnen en niet goed doen in plaats van wat ze wel goed doen. Als kinderen intens en perfectionistisch zijn en een alles-of-niets benadering hebben, kunnen wanhoop en stress leiden tot het gevoel van “ik kan niets goed doen” en zelfs tot ernstige depressies.

Intermenselijke asynchronie

Nog een ander type van asynchrone ontwikkeling wordt zichtbaar als een hoogbegaafde niet in de wereld om hem heen lijkt te passen. Hoogbegaafde kinderen ervaren al vanaf zeer jonge leeftijd dat ze anders zijn en ze voelen zich regelmatig “uit de pas” lopen. Zelfs als ouders een omgeving van acceptatie en steun proberen te creëren, kunnen hoogbegaafde kinderen het gevoel hebben dat ze niet op hun plaats zijn. Ze kunnen zich raar voelen bij leeftijdgenoten, bij tradities, in de samenleving in het algemeen of misplaatst voelen op deze wereld. De meer hoogbegaafde, creatieve en onafhankelijk denkende kinderen in het bijzonder kunnen deze botsing/afwijking ervaren (films als October Sky, Good Will Hunting, Finding Forrester en Little Man Tate gaan over dit type van asynchrone ontwikkeling).

Voor een extreem begaafd kind – een met een IQ boven 160 – kan het bijzonder moeilijk zijn zich op zijn gemak te voelen en zo’n kind kan altijd een bepaalde hoeveelheid stress ervaren (Ruf, 2005, beschrijft hoe deze moeilijkheden verschillen, afhankelijk van het intellectuele niveau van het kind en de mate van onderwijsaanpassing – meer informatie kun je vinden op www.educationaloptions.com).

Wat kunnen ouders doen aan asynchrone ontwikkeling?

Je kunt niets doen aan de manier hoe kinderen zich ontwikkelen, dus asynchrone ontwikkeling kan niet worden gecorrigeerd of gewijzigd. Maar leven met een kind dat zich op deze manier ontwikkelt wordt er een stuk eenvoudiger op wanneer de ouders die ontwikkeling begrijpen. Hier een aantal tips:

  1. Erken dat de emotionele en sociale ontwikkeling van je hoogbegaafde kind niet altijd samen gaat met zijn of haar intellectuele ontwikkeling. Voordat je reageert op de emotionele uitbarsting van je kind of voordat je de conclusie trekt dat je kind sociaal of emotioneel onvolwassen is; tel tot drie (of tot de leeftijd van je kind) om jezelf te herinneren aan zijn of haar chronologische leeftijd.
  2. Wees je bewust van het feit dat door asynchrone ontwikkeling speciale behoeften ontstaan. Bijvoorbeeld: hoogbegaafde kinderen hebben emotionele ondersteuning nodig, zoals alle andere kinderen, maar ze hebben ook intellectuele uitdagingen nodig. Een hoogbegaafde vierjarige heeft behoefte aan geruststellende knuffels, maar kan tegelijkertijd bezig zijn met dinosaurussen.
  3. Erken dat hoogbegaafde kinderen met hun sociale, emotionele en intellectuele ontwikkeling niet altijd bij dezelfde ontwikkelingsgelijken terecht kunnen. Dat betekent dat ze bevriend kunnen zijn met kinderen van hun kalenderleeftijd, maar dat ze ook behoefte hebben dingen samen te doen met andere hoogbegaafde kinderen, oudere kinderen of volwassenen. De ouders zouden er alles aan moeten doen om mogelijkheden te creëren voor een zo breed mogelijke ontwikkeling van hun kind.
  4. Een kind voelt aan dat er iets niet “klopt”, omdat het zijn problemen niet terugziet bij klasgenoten. En dat schept een gevoel van onveiligheid (Ben ik raar? Wat is er met mij aan de hand? Waarom ben ik anders?). Een uitleg over hoe het zit, het benoemen van wat het kind zelf (nog) niet kan benoemen, schept veiligheid en geborgenheid.

Verborgen hoogbegaafdheid en meer

IEKU specialiseert zich in persoonlijk advies en coaching voor ouders en leerkrachten van hoogbegaafde en uitzonderlijk begaafde kinderen. De specifieke uitdagingen die bij het opvoeden en les geven van deze kinderen komt kijken zijn goed te handelen. Mits je over de juiste tools en inzichten beschikt. We helpen heldere doelen te stellen voor onderwijs en opvoeding. Dit doen we veelal door middel van het leveren van maatwerk in het onderwijs, persoonlijke coaching en intelligentie onderzoeken.

Bekijk ons complete aanbod omtrent hoogbegaafdheid >

Bronnen:

Baum, S. M., & Owen, S. V. (2004). To be gifted and learning disabled: Strategies for helping bright students with LD, ADHD, and more. Mansfield Center, CT: Creative Learning Press.

Ruf, Deborah L. (2005). Losing Our Minds: Gifted Children Left Behind. Scottsdale, AZ: Great Potential Press

Sternberg, R. J., Kaufman, J.C. & Pretz, J. E. (2002): The creativity conundrum: A propulsion model of creative contributions. Philadelphia, PA.