Het woord hoogbegaafd is nog vaag voor je. Je hoort het weleens, maar zegt je weinig. Stel dat je vanaf je tweede levensjaar hoort dat je erg slim bent, telkens weer, dagelijks, enthousiast verteld door je ouders en je trotse familie. Stel dat ze je vanaf die leeftijd herhaaldelijk prijzen voor je vele prestaties en en later voor je geweldige cijfers. Stel dat je ouders je te veel ruimte geven en niet genoeg grenzen?

Stel dat je op de basisschool komt en het werk is te gemakkelijk. Je weet het al voordat je het leert, omdat je zelf hebt leren lezen of tellen of zelf hebt ontdekt wat negatieve getallen zijn of andere dingen… Stel dat je perfecte cijfers haalt zonder te hoeven te leren. Stel dat je leerkrachten zeggen dat je de slimste leerling bent die ze ooit hebben gehad. Of stel dat het de leerkrachten niet eens opvalt hoe slim je bent, waardoor je iedere dag dezelfde simpele werkjes moet maken, nooit fouten maakt en geprezen wordt voor hoe geweldig je het doet…

Denk je dat je dan verlamd door angst zou opgroeien? Bang om anderen te teleurstellen? Dat je je fouten zou verbergen? Dat je zou geloven dat als je geen superpresteerder bent, je een mislukking bent? Denkt dat leren snel en gemakkelijk moet gaan of anders zou het betekenen dat je niet slim bent? Ben je een bedrieger? Een fake?

Groeide je op denkend dat je alles moet weten nog voordat je het leert? Dat je je volwassen moet gedragen? Dat je niet durft te vertellen dat je iets niet weet omdat je alles moet weten?

Dit zou de basis kunnen zijn voor ongezond perfectionisme en levenslange angsten.

Ouders, leerkrachten en andere mensen zitten niet in een samenzwering, ze realiseren zich niet welk effect hun gedrag (voor alles complimenten geven) heeft op een hoogbegaafd, intens, hooggevoelig, empathisch mens…

Als je dit begrijpt, kun je beginnen met een verandering.

Wat nu?

Dit is niet eenvoudig te veranderen. Besef dat je iets anders bent dan je prestaties, dan je werk, je publicaties.

Wie ben je eigenlijk? Wat zijn jouw drijfveren, waar klopt je hart harder van? Waar word je blij van? Welke boeken? Welke gebeurtenissen? Kun je genieten van eenvoudige dingen? Van een zonsondergang, een liedje? Van een glimlach?

Ergens diep vanbinnen weet je wat je waard bent, je weet wie je echt bent.

Stel je voor dat er een plek binnen in je is die niet gaat over prestaties, over wat anderen vinden, hoe anderen over je denken, hoe ze oordelen. Deze plek gaat over liefde. Alleen liefde. Het is stralend en blij. Misschien is het een klein kind, een deel van jezelf. Misschien is het een ouder, wijzer deel van jezelf. Misschien is het in je hart of misschien in je lijf, maar geloof me, het is er, het wacht op je tot je het opmerkt.

Ik wed dat de liefde in jou je zal verzachten. Het zal je eraan herinneren wat echt waar is en wie je echt bent.

Er is ook gezond perfectionisme: je streeft naar balans, harmonie, gerechtigdheid, precisie als het nodig is, schoonheid. Je hebt hoge verwachtingen en standaards voor jezelf, het is intrinsiek perfectionisme. Ben je regelmatig geobsedeerd door een idee? Gedreven? Onderzoekend? Wil je steeds meer weten?

Je ziet perfectie in een zonsondergang, in een zomerse sterrenhemel, in muziek, in een gerecht in een restaurant in Parijs. Word je overdonderd door je intense emoties en gevoelens? Weet je wat het is? ANDERE MENSEN ERVAREN HET NIET ZO.

Voor gewone, gemiddeld begaafde mensen lijkt het neurotisch, disfunctioneel, overdreven en OCD-achtig. Misschien denk jij er inmiddels ook zo over, omdat iemand ooit tegen je heeft gezegd: stel je niet zo aan, doe normaal… of een andere opmerking die je diep raakte.

Maar stel je niet aan: het IS normaal!

Het kan betekenen dat je niet uitgenodigd wordt voor feestjes of een happy hour op je werk of dat je denigrerende opmerkingen hoort over je gedrag. Hoe kom je de dag door?

Hoe bewaar je je visie, je idealisme, je vermogen om mentale, emotionele, spirituele of werkelijke kathedralen te creëren en nog steeds je kamer of huis op te ruimen, vriendschappen te onderhouden of op school te blijven?

  1. Erken dat intrinsiek perfectionisme een deel is van wie je bent. Dat betekent dat met jou schoonheid tot stand komt. Kwaliteit wordt verwacht en geproduceerd. En dat is goed.
  2. Zoek naar gelijkgestemden en waardeer hun hogere standaards, nodig ze uit voor een borrel, praat over wat je bezighoudt of over wat je doet. Als iemand met dezelfde verwachtingen jou feedback geeft, waardeer en respecteer je het.
  3. Stel prioriteiten. Als je te veel wilt doen, maak dan lijstjes en werk ze af en wees niet teleurgesteld over jezelf als je een keer iets uitstelt… Goed genoeg kan genoeg zijn, soms, voor de minder belangrijke dingen.

Deze inzichten kun je ook met je kind bespreken. Vergeet niet dat jij zijn of haar rolmodel bent!

Uitstelgedrag

Slimme mensen (klein en groot) stellen uit. Is dat erg? Moet je er altijd uithalen wat erin zit? Ik denk niet dat het moet. Moet een jachtluipaard altijd op topsnelheid rennen? Dat zie je niet in de natuur. Als je jachtluipaarden observeert, zie je ze meestal ergens in een schaduw liggen luieren. Ze hebben de uitdaging van hardlopen nodig, maar niet elke minuut van de dag. Ze komen in beweging als er noodzaak is, als ze moeten jagen. Het logo van IEKU advies is gebaseerd op de metafoor van een jachtluipaard. Dit idee is ontstaan naar aanleiding van een verhaal van de Amerikaanse kinderboekenschrijfster Stephanie Toolan, dat ze in 1993 schreef. Je kunt het verhaal op de website van IEKU vinden onder de titel: Is het een jachtluipaard?

Er zijn verschillende redenen voor uitstelgedrag. Het is belangrijk te kijken of uitstellen komt doordat je er bewust voor kiest omdat je de taak niet zo belangrijk vindt of dat het komt doordat het je ontbreekt aan vaardigheden om aan de taak te beginnen of af te maken. Het kan zijn dat er irrationele blokkades zijn (faalangst, perfectionisme, een niet-goed-genoeg-zijn-gevoel e.d.). Dat eerste is geen belemmering in het functioneren, het tweede wel.

Uitstelgedrag als keuze

Om de een of andere reden is de algemene overtuiging dat hoogbegaafde kinderen altijd goed moeten presteren en hoog moeten scoren op schooltoetsen. Waarom zou je dat willen en verwachten?

Uitstelgedrag als belemmering

Veel hoogbegaafde en uitzonderlijk begaafde kinderen blokkeren bij de meest simpele vraag (hoeveel is 8+7 bijvoorbeeld). Er wordt van een hoogbegaafd kind vaak verwacht dat het onmiddellijk een antwoord heeft op de meest ridicule vragen. Kinderen kunnen al heel jong denken dat ze meteen het antwoord paraat moeten hebben en dat ze alles moeten weten. Dit ontstaat geleidelijk. Het kan komen doordat een peuter door de ouder gevraagd wordt Engels te praten in gezelschap van onbekenden, omdat de ouder wil laten zien hoe goed zijn kind dat kan. Het kan zijn ontstaan doordat een kind vanaf kleins af aan overdreven werd geprezen als het iets goed deed, hierdoor kan een vaste mindset ontstaan. Het kan komen doordat hoogbegaafde kinderen vaak gemakkelijk leren maar nooit leren omgaan met de frustratie van iets niet kunnen en er moeite voor moeten doen om het te leren.

Alice is een jongedame van 16 jaar die ik al een aantal jaar in counseling heb. Ze vertelde:

“Ik herken nu pas een patroon in mijn uitstelgedrag. Als ik vroeger iets niet snel kon leren of begrijpen, liet ik het liggen. Dan wilde ik er niet mee verder. Ik wist eigenlijk niet eens hoe. Dat geldt ook voor de piano. Ik zou eigenlijk weer piano willen leren spelen. Ik ben ooit gestopt omdat ik het gevoel had dat ik te veel moest oefenen. Nu vind ik het jammer, maar ik ga het weer oppakken.”

Een hoogbegaafd kind zou moeten leren zich meer tijd te gunnen om iets te leren. In de begeleiding van dit proces heeft de omgeving de belangrijkste rol. Vanaf de geboorte moet een kind de ruimte krijgen om te leren, te oefenen, te falen en vooral te zijn wie het is. Als een kind dit niet leert, leidt het vaak tot uitstelgedrag tot aan volwassenheid. Dit gecombineerd met een laag zelfbeeld en niet weten wie je bent, kan leiden tot dissonantie, een staat waarin je belandt als je jezelf kwijt bent.

Extrinsiek perfectionisme leidt vaak tot uitstelgedrag omdat het kind de druk ervaart om perfect te moeten zijn. Uitstelgedrag wordt dan een manier om de druk te beperken en om teleurstellingen bij jezelf en anderen te voorkomen. Ouders en leerkrachten richten zich vaak op het eindresultaat en niet op het proces. Hoe vaak heb ik een ouder niet horen zeggen: “Jammer dat het een zesje was, hij kon gemakkelijk een zeven of een acht halen.”

Uitstelgedrag en onderpresteren ontstaan op school al vroeg in de kleuterklas doordat de opdrachten niet uitdagend genoeg zijn. Veel kinderen en tieners hebben de ervaring dat, wanneer ze iets op het laatste moment leren, ze nog een goed cijfer halen. What’s the point? zeggen ze dan. Ze zien het nut er niet van in om zich in te spannen. Ook omdat de onderwerpen en soort opdrachten die ze moeten maken totaal niet relevant voor hen zijn. Als ze op school niet kijken naar wat een bepaalde hoogbegaafde of uitzonderlijk begaafde leerling expliciet nodig heeft, dus geen maatwerk, zal deze leerling alleen leren omdat het moet. Er is geen intrinsieke motivatie en de volwassenen om hem heen vinden het een raadsel.

Als het uitstelgedrag al jaren aan de gang is, is het moeilijk het te veranderen.

Om uitstelgedrag te veranderen, heeft het kind of de volwassene counseling nodig met begeleiding in het doorbreken van oude (denk)patronen, overtuigingen en aannames. Hij moet als het ware weer zichzelf zijn, durven zijn wie hij is, met alle ‘fouten’, die natuurlijk geen fouten zijn. Dit kan betekenen dat oude pijn naar bovenkomt, trauma’s en ervaringen uit het verleden, opvoeding, meningen van anderen. Het kan zijn dat het kind of de volwassene een innerlijk conflict ervaart en het gevoel heeft te moeten kiezen tussen de verwachtingen van anderen en die van zichzelf. Het is bijzonder belangrijk dat, als een kind of volwassene counseling nodig heeft, de counselor een ervaren specialist is die bekend is met uitdagingen van het hoogbegaafd zijn.

Het gaat er niet om een gewoonte te veranderen, het gaat om de verandering van je hele innerlijke wereld.

Als je hierdoor toegang krijgt tot mogelijkheden en delen van jezelf die door uitstelgedrag zijn tegengehouden en geremd zijn geweest, kun je veel plezier beleven aan het terugvinden van je hele ik. Deze integratie is de ware basis voor zelfrespect.

Hoogbegaafde mensen vinden rechttoe rechtaan opdrachten saai. Als je creatief bent, kun je deze saaie taken aangenamer maken. Het is bijzonder belangrijk een hoogbegaafd kind te leren wat te doen als het zich verveelt: hoe kun je het aankaarten en hoe kun je jezelf bezig houden. Dit vergroot de zelfredzaamheid van het kind.

Thijs vertelt:

“Als ik in de klas zit, verveel ik me vreselijk. Ik heb gemerkt dat schaduwen niet zwart zijn maar blauw. Ik zag dat die kleur verandert als het licht verandert. Als er meer zon was in de klas, was het een ander blauw dan wanneer het regende. Welke blauw was het… kobaltblauw, ultramarijn, indigo… toen dacht ik aan de schilder Vermeer en zijn blauw…”

Als een hoogbegaafd kind zich verveelt, kan het bezigheden zoeken, dagdromen of een andere overlevingsstrategie gebruiken. Het kan zijn dat het kind hierdoor belangrijke informatie mist. Dan kan het uitstelgedrag te maken hebben met gebrek aan kennis of vaardigheden.

Een kind hoeft niet alleen bij schoolopdrachten te blokkeren maar dat kan bij alles zijn. Als de angst niet aangepakt wordt en als het kind niet de juiste vaardigheden aangeleerd krijgt, kan de angst verlammend zijn. Ik ken een aantal hoogbegaafde meisjes in het voortgezet onderwijs die zich ziek melden als hun product (verslag, essay) niet aan hun hoge eisen voldoet. Zover wil je het niet laten komen omdat dit soort uitstelgedrag, gebaseerd op angst, moeizaam te keren is.

Dit soort gedachten kan een hoogbegaafd kind/jongere hebben voordat het aan een taak begint:

  • Als ik het op het laatste moment doe en het is niet geweldig, ligt het niet aan mij maar aan gebrek aan tijd.
  • Ik moet altijd laten zien dat ik de beste ben, anders denken mensen dat ik niet zo slim ben.
  • Mijn identiteit is afhankelijk van mijn prestaties, ze mogen niet weten dat ik het niet kan (dit kan een kind onbewust denken).
  • Ik moet alles perfect afmaken.
  • Vroeger deed ik alles op het laatste moment en kreeg een 9, nu lukt het niet meer en ik weet niet waarom.
  • Ik weet niet hoe ik stap voor stap moet werken, het is zoveel ineens. Ik kan het niet overzien.
  • Het is zo zinloos wat ik hier moet leren. Ik kan mij er niet toe zetten om het te leren.
  • Wat is het nut van dit allemaal, voor wie doe ik het eigenlijk?
  • Middelmatigheid is verschrikkelijk, ze zeggen dat ik hoogbegaafd ben, ik moet het meteen kunnen.

Wat hebben deze gedachten gemeen? Druk, verwachtingen, perfectionisme, angst, niet-goed-genoeg-zijn-gevoel, dit zijn patronen die een kind kunnen achtervolgen tot zijn volwassenheid. Deze patronen ontstaan niet alleen door verwachtingen op school maar ook zeker door verwachtingen van de ouders en de hele maatschappij.

Is dit een schaduwzijde van het hoogbegaafd zijn en wat kan er aan gedaan worden?

Het is belangrijk dat hoogbegaafde kinderen (alle kinderen natuurlijk) zonder oordeel kunnen leven. Ik besef dat dit voor de meeste mensen bijzonder moeilijk is, omdat de maatschappij nu eenmaal oordeel- en prestatie-georiënteerd is. Het vergt enorm veel kracht en moed om je er van los te koppelen.

Direct na de geboorte wordt een baby vergeleken met de norm. Dit blijft je achtervolgen tot aan je volwassenheid, tot aan je dood. Het vergt een sterk en rebels karakter om je hieraan te onttrekken en je eigen weg te durven kiezen. Onderzoek naar het gedrag van genen en plasticiteit van de hersenen kan helpen de druk van perfectionisme te verminderen. Intelligentie is geen vast fenomeen (Colvin, G. en Shenk, D., 2010). Intelligentie is niet vast maar groeit met inspanning, doorzettingsvermogen en falen. Carol Dweck noemt dit groei mindset.

Te veel talenten?

Kan dat? Te veel talenten? Als je veel interesses en mogelijkheden hebt, kan het zijn dat je niet kunt kiezen. Hoogbegaafde kinderen en jongeren ervaren regelmatig dat ze overdonderd zijn door ideeën en mogelijkheden. Ze kunnen niet beslissen hoe te beginnen en blokkeren. Het kan zijn dat een kind met veel projecten en ideeën bezig is en dat het lijkt alsof niets afkomt. Soms is deze chaos nodig. Het hoogbegaafde brein heeft continu input nodig. Het uitzonderlijk begaafde brein nog meer. Je voelt pas dat je leeft als je input hebt. Daarmee bedoel ik niet alleen nieuwe kennis, maar vooral nieuwe indrukken, inzichten, gevoelens, gevoelssensaties, smaken, een nieuw stuk muziek, een schilderij, een opmerking van een vriend, de natuur, een gedicht, een mooi boek. Al deze input kan door je hoofd spoken. Het zijn rusteloze gedachten waardoor je zelf rusteloos wordt. Kinderen en jongvolwassenen hebben handvatten nodig om met al deze indrukken te leren omgaan. Aan een kant heb je ze nodig – je voelt bijna fysieke pijn als je een nieuwe input nodig hebt – en aan de andere kant moet je die input kunnen verwerken, zodat het je – door je intensiteit – niet overweldigt.

Veel mensen zoeken een opleiding, een studie, een carrière. Het is niet gebruikelijk om meerdere verschillende carrièresporen te hebben. Hoogbegaafde en uitzonderlijk begaafde mensen hebben daar wel vaak behoefte aan. Het kan zijn dat je werk je uitstekend bevalt omdat je een zelfstandig ondernemer bent en dat je daarnaast veel interesses hebt. Je hobby’s en interesses kunnen van tijd tot tijd veranderen. Je kunt het bij jonge kinderen al zien. Als je goed naar de ouders luistert, vertellen ze vaak dat hun zoon of dochter veel wil weten over dinosaurussen of over de middeleeuwen of over een bepaalde zanger. En dan ineens is de honger naar die kennis voldaan, de informatie is verwerkt, en stopt het interesse. Er komt een nieuwe interesse die het kind volledig wil uitdiepen. Als aan die behoefte voldaan is, volgt misschien even niets, totdat een stukje film of een zin of een muziektekst het kind inspireert om zich opnieuw in een onderwerp te verdiepen. Zo gaat het vaak ook met hoogbegaafde volwassenen.

Het is niet pathologisch of disfunctioneel. Het is normaal. Een hoogbegaafd kind heeft hulp nodig bij het managen van zijn diversiteit aan interesses.

Tegenstrijdige boodschappen: hoogbegaafd en niet goed genoeg

Het komt te vaak voor dat een leerkracht verwacht dat een hoogbegaafde leerling goed scoort op toetsen. Wat hij daarbij vergeet, is dat een hoogbegaafde leerling zich dagelijks moet aanpassen aan een manier van lesgeven, aan een manier van materiaalopbouw en aan een veel lager en minder complex denkniveau. Ook op scholen waar ze zich specialiseren in hoogbegaafdenonderwijs gebruiken ze meestal standaardmethodes, geschreven voor gemiddeld begaafde leerlingen.

Een hoogbegaafd kind moet iedere dag zijn best doen om zich sociaal aan te passen, het moet ook zijn best doen om zich aan de manier van lesgeven aan te passen. Eigenlijk verwacht men iets onmogelijks van hoogbegaafde én uitzonderlijk begaafde kinderen.

Stel je voor: je bent 6 jaar oud, uitzonderlijk begaafd, het is je verteld dat je snel leert, je hebt jezelf twee jaar geleden leren lezen, je bent empathisch, voelt mensen haarfijn aan, thuis ben je bezig met geschiedenis, je wilt alles weten over de tweede wereldoorlog, je stelt vragen aan je ouders. Je hebt vragen over de oorzaken van die oorlog en je vraagt je af of zoiets weer zou kunnen gebeuren. Dan, op school, praat de leerkracht voor je gevoel tegen je alsof je twee jaar bent. Ze wil dat je binnen de lijntjes kleurt en dat je netjes knipt. Je denkt: waarom, wat is hier het nut van? Vervolgens krijg je een D op een taaltoets. Hoe kan dat, denk je weer. Ik lees al, ik ken veel meer woorden, ik ken sommige woorden die de juf niet eens kent… Je conclusie als zesjarige: er klopt iets niet met mij.

Dit gebeurt niet één keer, maar vaker. Je gelooft dat je vreemd bent, dat je niet kunt leren, dat je de simpelste dingen niet begrijpt. Je zelfbeeld wordt lager, je krijgt minder zelfvertrouwen, je durft niet meer te laten zien wat je weet, je blokkeert. Je denkt dat je niet hoogbegaafd bent. Wat een onzin, dat zal wel niet kloppen. Ik kan eigenlijk niets. Want je ziet om je heen dat al die andere klasgenoten die simpele werkjes maken, maar je kunt je er niet toe zetten. Je hebt weerzin om ze te maken. Op een dag heb je er zo genoeg van dat je boos de klas uitloopt.

De leerkracht is je kwijt, gaat zoeken, vindt je op het schoolplein. Je wilt niet meer naar binnen. Je voelt je zo ellendig en niet op zijn plek, maar je kunt niet begrijpen waarom. De juf belt je moeder, ze moet je nu echt komen halen. En dan begint het… je hoort mensen om je heen zeggen dat er iets mis is met je. Je hoort een paar dagen later je moeder bellen over je school en je hoort haar een paar keer het woord probleem noemen. Je wilt het huis niet meer verlaten, je wilt niet naar buiten. Je voelt dat mensen je raar vinden. Je bent een mislukkeling. Je weet niet hoe je met dit gevoel om moet gaan, niemand helpt je ermee. Het lijkt uitzichtloos…

Als ik zo slim ben, waarom kan ik het niet?

Hoogbegaafde kinderen krijgen herhaaldelijk te horen dat ze goed moeten scoren op school. Omdat ze slim zijn, zouden ze het moeten kunnen, zou het een makkie moeten zijn. Hoge scores en andere prestaties worden overdreven geprezen. Het behalen van goede prestaties wordt een doel, want dan krijgen ze een compliment. Hun identiteit is afhankelijk van hun capaciteit om steeds te laten zien hoe goed ze zijn en van complimenten en aandacht. Dit kan leiden tot ongezond perfectionisme: faalangst, vermijding van activiteiten die het succes niet garanderen, niet-goed-genoeg-gevoel en uitstelgedrag. Het kan leiden tot angsten en depressie. Slim zijn wordt statisch: je bent het of je bent het niet. Niet hoogbegaafd? Niet lief, zullen ze nog van je houden? Wat kun je doen?

De boodschap die een kind vanaf zijn geboorte moet voelen is: er zit liefde in je, er zit schoonheid in je, je kunt het aan en ik help je.

Een hoogbegaafd kind moet weten dat zijn waardigheid, zijn menszijn niet afhankelijk is van zijn prestaties. Hij moet van belangrijke volwassenen (ouders, leerkrachten, begeleiders) horen en voelen dat hij oké is zoals hij is. Vooral dat voelen is belangrijk, zorg ervoor dat er geen tegenstrijdige boodschappen worden gegeven. Je bent wie je bent, niet wat je doet. Deze boodschap – als het kind het al niet vanaf zijn geboorte heeft meegekregen – zal tijd kosten om te accepteren. Een hoogbegaafd kind moet weer leren zichzelf terug te vinden. Het zal aanmoediging nodig hebben in tijden van angst en ontmoediging, het zal liefde nodig hebben om te ontdekken dat gewoon zijn meer dan genoeg is.

intens authentiek en vrij