(En praat er niet steeds over)

Genderneutraal en inclusief, dat zijn termen, die mensen te pas en te onpas gebruiken. Het is een ware mode. Ze worden hierbij verkeerd geïnterpreteerd. Er ontstaat een nieuwe krampachtige, angstvallige verhouding tussen mensen en een nieuwe heksenjacht.

Ik moet regelmatig verklaren en toelichten dat, als ik in een tekst of spraak ‘hij’ zeg, ik ook ‘zij’ bedoel, alsof dit niet duidelijk is en uit de context van het verhaal te begrijpen is. Zo is het nu eenmaal taalkundig. Er is niet één woord voor wat zowel hij en zij betekent (en dat zou weer niet goed zijn want je moet niemand uitsluiten), terwijl dat hij/zij verhaal in de tekst tegenwoordig niet voldoende is. Er moet één woord zijn, niet alleen voor hij en zij, maar ook voor als je hij zegt dat je dan ook hem, die op mannen valt, bedoelt of hem, die op mannen én vrouwen valt, of hem, die eigenlijk vrouw is maar in een mannelijk lichaam zit, enzovoort. En dit geldt ook voor als je zij zegt, ook dat kan van alles betekenen.

In mijn doelgroep – hoogbegaafde en uitzonderlijk begaafde mensen – betekent het ook nog eens dat je je buitengesloten kunt voelen omdat je niet gemiddeld intelligent bent of omdat je te intens bent, te gevoelig of te van alles, omdat je afwijkt van het gemiddelde. Dan is er niet alleen het probleem van uitdrukken of je hij of zij bent of hij of zij met andere dan gemiddeld aangenomen voorkeuren, daarnaast ben je ook totaal anders omdat je brein anders werkt en je sensorische ontwikkeling anders is en je zenuwstelsel veel gevoeliger is dan gemiddeld. Probeer dan maar eens aan te geven wie je eigenlijk bent!

De opvoeding/maatschappij creëert een soort genderneutrale kinderen, omdat het not done is om hardop te kiezen. Je keuze om ervoor uit te komen dat je een mannelijke man bent, is het nieuwe onderduiken, want in deze neutrale wereld mag in feite niemand zijn wie hij is (daar ga ik weer, eigenlijk moet ik zeggen ‘wie hij/zij, al dan niet LGBTQIA+ is’). Als je een mannelijke man bent of een vrouwelijke vrouw (al dan niet LGBTQIA+) voel je je bijna bezwaard, want al die andere mensen om je heen roepen om erkenning en om gezien te worden.

Mannen durven niet man te zijn en worden een soort vrouwen in mannenkleding – hoewel de kleding ook niet echt mannelijk is – en vrouwen blijven stoer doen om maar te laten zien dat ze ‘het zonder man kunnen’. Deze afvlakking is de werkelijke VERGRIJZING.

Ik wil hier niet een mensenrechtenactivist zijn, hoewel… eigenlijk wel. Tijdens mijn zondagochtend overpeinzingen en denkend aan mijn voorouders die ‘te kak’ waren en wij daarom buitenshuis niet moesten laten blijken dat we van wit linnen aten en privéles Engels kregen (pianoles was niet vreemd, gek genoeg), en het feit dat ik in een totalitair systeem ben opgegroeid waar ‘doen alsof’ tot kunst was verheven, kreeg ik een weeïg gevoel toen ik besefte dat exact hetzelfde nu speelt in Nederland, dat het eigenlijk nooit is weggeweest. Hoe je geloofsovertuiging, lichamelijke gesteldheid, psychische geaardheid of intelligentieniveau ook is, je doet het nooit goed. De menselijke drang (het is eigenlijk dwang) naar het gemiddelde is ten hemel schreiend, om in de trant van het onderscheiden te blijven.

Durf te zijn wie je bent

Waarom schrijf ik dit en wat heeft het met uitzonderlijke begaafdheid te maken? Eigenlijk alles en ook weer totaal niets. Het is net hoe je in het leven staat wat bepaalt hoe je ernaar kijkt. Want daar zit het hem precies in: een hoogbegaafde rebel durft te zijn wie hij is (wie hij/zij is, al dan niet LGBTQIA+) en PRAAT ER NIET STEEDS OVER. Vanuit zijn hele houding, zijn manier van leven, zijn state of mind is duidelijk wie deze persoon is. Duidelijk niet voor anderen maar voor zichZELF. (Hoe je dit bereikt en hoe je een hoogbegaafde rebel wordt kom je te weten door mijn artikelen te lezen en deel te nemen aan de inspiratiedagen.)

Daarom schrijf ik er vandaag ook over. Hoogbegaafde en uitzonderlijk begaafde kinderen worden altijd in een hokje gestopt, het hoogbegaafdenhokje. Ze weten niet beter of dat ze van kleins af aan gesorteerd en gediscrimineerd worden, omdat men er niet op voorbereid is dat deze kinderen bestaan. Deze kinderen zijn gedwongen zich aan te passen aan het gemiddelde. Waarom? Omdat het gemiddelde bij de meerderheid BEKEND is.

Is dat niet vreemd in een maatschappij waar inclusief juist in de mode is? Ja, ik zeg ‘in de mode’, want het is geen echte inclusiviteit. Echt inclusief kun je pas zijn als je eerst weet wie je bent. Als je durft te zijn wie je bent en ook LEEFT wie je bent zonder er steeds over te praten en er aandacht op vestigt.

Het vermogen om jezelf te durven zijn is een superkracht.

De opvoeder heeft het gedaan

De ellende van hoogbegaafde kinderen en van niet zien wie ze werkelijk zijn, begint bij de opvoeder. In hoeverre ben jij als moeder of vader jezelf? In hoeverre modeleer je het gedrag, de mindset van een vrije, onafhankelijke denker? In hoeverre leef je vanuit je autonomie en authenticiteit? In hoeverre leef je vanuit wat hoort? In hoeverre leef je het leven van anderen?

Om een patroon duidelijk te maken, wil ik het over onderwerpen hebben die op het eerste gezicht niets met het bovenstaande te maken hebben en toch, als je erover nadenkt, juist de kern zijn.

Een hamsterbestaan

Hoe komt het dat sommige mensen constant vooruitgang lijken te boeken in hun professionele en persoonlijke leven, terwijl anderen gedoemd lijken om dezelfde fouten keer op keer te herhalen? Hoe komt het dat sommige mensen alleen herhalen wat hen gezegd is, wat ze van anderen hebben gehoord en zelf niet kritisch denken (waardoor ze als een hamstertje in een wiel blijven lopen)? Hoewel het antwoord niet kort en bondig is, heb ik een interessant verschil in mentaliteit opgemerkt tussen deze twee groepen: ze benaderen obstakels en uitdagingen heel anders. Het komt neer op mentaliteit.

Succesvolle mensen (die juist vooruitkomen, al dan niet met vallen en opstaan) hebben de neiging om het leven met een open houding te benaderen – ze zijn leergierig en bereid om ongelijk te hebben, ze durven te falen en nemen daar hun verantwoordelijkheid voor, waardoor ze leren en vooruitkomen.

De andere groep graaft zich in bij het eerste teken van onenigheid en gaat liever dood dan ongelijk te hebben. Deze mensen nemen liever geen risico om iets onbekends te doen of iets wat moeilijk lijkt, omdat ze niet willen afgaan. Ze durven het niet omdat ze bang zijn voor een oordeel van anderen, omdat ze niet weerbaar genoeg zijn en niet geleerd hebben zichzelf te vertrouwen.

De eerste groep DURFT af te wijken van het gemiddelde, de tweede groep niet. Het blijkt dat de manier, waarop elke groep obstakels benadert, bepalend is in wat hen scheidt.

In welke groep zit jij?

Voordat je zelfvoldaan een onbevooroordeelde sticker op je (m/v al dan niet LGBTQIA+) borst slaat, moet je het volgende overwegen: mensen met een gesloten geest zouden nooit denken dat ze een gesloten geest kunnen zijn. Hun vermeende ruimdenkendheid is gevaarlijk. Het is een versie van Batesiaanse mimiek (of zelfs Mülleriaanse mimiek) – ben je het echte werk of een copycat? Ben jij de echte deal of heb je gewoon geleerd om te praten, om er goed uit te zien, om na te praten, om na te doen?

Dit zijn lastige vragen om te beantwoorden. Niemand wil toegeven bekrompen te zijn. Maar de voordelen om die moed te hebben, zijn enorm. Het vermogen om van gedachten te veranderen, is een superkracht. Ik denk dat bekrompenheid er stilletjes insluipt en ook al ben je een ruimdenkende vrije geest, dan kun je je er soms op betrappen dat je een hamstertje bent. De handigheid is om het in te zien en er iets mee doen.

Het vermogen om van gedachten te veranderen is een superkracht.

De snelheid waarmee je leert en vooruitgang boekt in de wereld hangt af van hoe bereid je bent om nieuwe ideeën af te wegen, zelfs als je ze instinctief niet leuk vindt. Misschien vooral als je ze niet leuk vindt. Wat kun je doen:

Het boek Principles van Ray Dalio geeft mooie inzichten en handvatten. Ik ga nu niet alles noemen en overnemen, ik raad je aan het boek zelf te lezen. Ik noem een paar gedragingen van mensen die openminded zijn, waarover je alvast kunt nadenken en het misschien zelfs in je leven kunt toepassen.

Ideeën bevragen

Bekrompen mensen willen niet dat hun ideeën worden bevraagd. Ze zijn meestal gefrustreerd dat ze de andere persoon er niet toe kunnen zetten het met hen eens te zijn, in plaats van nieuwsgierig te zijn waarom de andere persoon het er niet mee eens is. Ze houden vast aan hun – meestal van iemand anders overgenomen – standpunt en het geeft hen een bepaald houvast omdat ze niet zelfstandig genoeg willen nadenken om een eigen mening te vormen.

Bekrompen mensen zijn meer geïnteresseerd in het bewijzen van hun gelijk dan in het verkrijgen van het beste resultaat. Ze stellen geen vragen. Ze willen je laten zien waar je fout zit zonder te begrijpen waar je vandaan komt en hoe je tot je mening komt. Ze zijn boos als je hen vraagt iets uit te leggen. Ze denken dat mensen, die vragen stellen, hen afremmen en ze denken dat je een idioot bent als je het er niet mee eens bent. Bovendien komt hun gevoel van minderwaardigheid vaag naar boven en alleen het feit al dat iemand vragen durft te stellen, maakt hen onzeker en maakt hen nog rechtlijniger in hun overtuiging.

Mensen met een open geest daarentegen zijn nieuwsgieriger naar de reden waarom er verschil in inzicht is. (…) Ze begrijpen dat er altijd een mogelijkheid is dat ze het bij het verkeerde eind hebben en dat het de moeite waard is om even de tijd te nemen die nodig is om de mening van de ander te overwegen…

Mensen met een open geest zien verschillen als een doordachte manier om hun kennis uit te breiden. Ze worden niet boos of van streek bij vragen. Ze willen liever vaststellen waar het meningsverschil ligt, zodat ze hun misvattingen kunnen corrigeren. Ze beseffen dat gelijk hebben betekent dat ze van gedachten kunnen veranderen als iemand anders iets weet wat zij niet weten.

Verklaringen versus vragen

Bekrompen mensen zullen eerder uitspraken doen dan vragen stellen.

Dit zijn de mensen die in vergaderingen zitten en meer dan bereid zijn hun mening te geven, maar nooit andere mensen vragen om hun ideeën uit te werken of toe te lichten. Bekrompen mensen denken na over hoe ze de gedachten van de ander zouden weerleggen, in plaats van te proberen te begrijpen wat ze missen als ze niet naar de ander luisteren.

Mensen met een open geest geloven oprecht dat ze het bij het verkeerde eind kunnen hebben, de vragen die ze stellen, zijn oprecht.

Ruimdenkende mensen weten dat, hoewel ze een mening over een onderwerp hebben, deze minder kan tellen dan die van iemand anders. Misschien vallen ze buiten hun competentiecirkel of misschien zijn ze experts. Hoe dan ook, ze zijn altijd nieuwsgierig naar hoe mensen dingen anders zien en ze wegen hun mening dienovereenkomstig af.

Er komt maar één sperma binnen

Ik moest denken aan het citaat van Charlie Munger:

“The human mind is a lot like the human egg, and the human egg has a shut-off device. When one sperm gets in, it shuts down so the next one can’t get in.”

(De menselijke geest lijkt veel op het menselijke ei en het menselijke ei heeft een afsluitapparaat. Als de ene zaadcel erin komt, schakelt hij uit zodat de volgende er niet in kan.)

Het is menselijk om onze gedachten af te sluiten en onze favoriete ideeën te bewaken en het is mooi dat je  eigen gedachten hebt en dat je ze koestert. Schrijf ze op, lees ze na. Maar alleen vasthouden aan wat je al weet – en meestal van horen zeggen – is niet de ideale manier om te denken en te leren. Het is natuurlijk gemakkelijk en comfortabel. Veel comfortabeler dan al dat denkwerk verrichten en nadenken over andere input, maar je komt er geen steek verder mee. Dat is niet LEREN zoals leren bedoeld is. Op school leren kinderen voornamelijk juist deze vaardigheid, namelijk napraten, reproduceren van bestaande kennis, memoriseren.

Op school ligt de basis voor bekrompenheid. Kinderen leren (meestal) niet zelf te denken en wat nog meer speelt, ze mogen niet zichzelf zijn, waardoor ze niet stevig in hun schoenen staan, niet weerbaar zijn en niet zichzelf leren vertrouwen. Ze leren het ook niet van hun ouders, want ook die zijn vaak bang om af te wijken van het gemiddelde en durven zich niet te laten zien (ook niet in intieme relaties).

Dat is een recept voor het creëren van bekrompenheid en angst.

Mensen met een open geest kunnen de gedachten van anderen in zich opnemen zonder hun vermogen om goed te denken te verliezen – ze kunnen twee of meer tegenstrijdige concepten in hun hoofd hebben en daartussen heen en weer gaan om hun relatieve verdiensten te beoordelen.

Nederigheid

Bekrompen mensen missen een diep gevoel van nederigheid.

Hoe word je nederig? Dat kan op verschillende manieren, waaronder een tegenslag – een crash die zo verschrikkelijk is dat je het niet wilt herhalen – of door inzicht. Je beseft (als je je ego loslaat) hoe belangrijk alles is en hoe klein en toch heel betekenisvol je in het geheel bent. Je eert de natuur en leert ervan. Je hoort niet vaak over nederigheid en kinderen kennen het woord volgens mij niet eens. Terwijl het zo belangrijk is om deze vaardigheid te ontwikkelen en te leven.

Ruimdenkende mensen benaderen alles met een diepgewortelde twijfel dat ze het bij het verkeerde eind hebben.

Hoe kun je voorkomen dat je tijd verspilt aan onbelangrijke details?

Van vergaderingen op het werk die eeuwig duren zonder iets te bereiken tot wekenlange whatsapp-berichtenuitwisseling met je familie over wel of niet tante Magda uitnodigen voor het kerstdiner of wekenlang twijfelen of je wel of niet die opleiding moet doen en er je hele kennissenkring over uithoren en antwoorden extern zoeken.

Of – om op man/vrouw al dan niet LGBTQIA+ en/of hoogbegaafd (of totaal anders, kies maar uit DSMV) terug te komen – als je er geen probleem van maakt dat er verschillen tussen mensen zijn, is er ook geen probleem! Want terwijl je je druk maakt om wel of geen genderneutraal toilet en er een lange mailwisseling aan kwijt bent om je gelijk te halen, wordt de aarde uitgeleefd en gebeuren er veel belangrijkere zaken waar je aandacht voor nodig is. Het is vaak duidelijk dat als er dan één belangrijke beslissing te nemen is, we daar nauwelijks tijd (of durf) voor hebben.

Bij je druk maken over onbelangrijke zaken verspil je je energie die je aan iets zinnigs had kunnen besteden.

Om op de vraag terug te komen: hoe kun je voorkomen dat je tijd verspilt aan onbelangrijke zaken? Hou je je bezig met bijzaken, met name calling, met mensen of situaties in hokjes te plaatsen en verlies je uit het oog waar het werkelijk om gaat? Erken eerst waarom je vastloopt in het triviale. Vervolgens kijk naar strategieën om je dynamiek te veranderen in het genereren van zowel nuttige input als GENOEG tijd en rust om erover na te denken.

De wet van trivialiteit

Je hebt misschien gehoord van de wet van Parkinson, die stelt dat taken worden uitgebreid om de hoeveelheid tijd, die eraan is toegewezen, te vullen. Maar je hebt misschien nog nooit gehoord van de minder bekende Parkinsons Law of Triviality, ook bedacht door de Britse marine-historicus en auteur Cyril Northcote Parkinson in de jaren vijftig.

De wet van trivialiteit stelt dat de hoeveelheid tijd die men besteedt aan het bespreken van een probleem in een organisatie omgekeerd evenredig is aan het werkelijke belang ervan in het geheel der dingen. Grote, complexe problemen krijgen de minste discussie, terwijl eenvoudige, kleinere dingen de meeste discussie krijgen.

Met andere woorden: hoe eenvoudiger een onderwerp is, hoe meer mensen er een mening over hebben en er meer over te zeggen hebben. Als iets buiten je competentie valt, zoals de invloed van het werk van Nietzsche op de hedendaagse beeldvorming, probeer je niet eens een mening te uiten, tenzij je daar werkelijk een mening over hebt. Meestal lopen mensen in zo’n geval weg (dat doen kinderen heel nadrukkelijk) of ze gaan over iets anders praten wat ze beter begrijpen.

Terwijl als iets bijna begrijpelijk is, voel je je genoodzaakt iets te zeggen, ook al heb je niets van echte waarde toe te voegen. Anders zie je er dom uit.

Denk goed na over waar je je energie in steekt en of je werkelijk iets bij te dragen hebt. Sta erbij stil of je mening een herhaling is van andermans mening en of dat je alleen iets herhaalt zonder je eigen gedachten eraan toe te voegen. Verder is het belangrijk na te gaan of je je mening exact op dat moment en in die situatie ventileert. Draagt het constructief ergens aan bij, inspireer je mensen, kom je verder of is het gepraat om de tijd te vullen?

Hoogbegaafde kinderen hebben dit geleuter en napraten heel goed door. Ze doorzien oprechtheid en authenticiteit, omdat ze zelf authentiek, openminded en onbevangen zijn. Van nature. Deze situaties, die zich ook op scholen voordoen, maken veel kinderen wanhopig. Ze doorzien dat napraten, uitsluiten, labelen en namen geven nep is en ze VOELEN dat het niet klopt. Het klopt niet omdat dat gedrag van anderen niet in één lijn staat met de natuur. Intelligente, sensitieve, autonome kinderen hebben het door en voelen zich machteloos, ook hun ouders gaan namelijk mee in dat napraten, doen alsof, labelen en uitsluiten.

Je kunt als niet-hoogbegaafde of niet-vrouw of als niet-man of als niet een van de LGBTQIA+-mensen onmogelijk weten wat de ander voelt of meemaakt. Dat hoeft ook niet. Waar het een probleem vormt, is als je ZELF niet weet wat je voelt of meemaakt en als je afhankelijk bent van anderen om te bevestigen wie je bent.

Het oude gezegde mind your own business is hier van toepassing. Als iedereen dat durft, minding his/her own business, waarbij iedereen durft te zijn wie hij/zij is, is het niet nodig om er telkens de nadruk op te leggen, is het niet nodig om met een vlag te zwaaien en aandacht te trekken. Het is normaal dat je inclusief bent en inclusief handelt, de natuur is inclusief en doet inclusief, in de natuur doet ieder soort waar het voor bedoeld is en zoals je kunt observeren, gaat het zijn gangetje (ik heb het niet over verstoringen toegebracht door de mens).

Het vermogen om voor jezelf te denken is een superkracht.

Ik heb nog één ding om toe te voegen: onbevooroordeeld zijn, betekent niet dat je een buitensporige hoeveelheid tijd besteedt aan het overwegen van overduidelijk slechte ideeën, alleen maar ter wille van ruimdenkendheid. Je moet, wat Garrett Hardin een ‘default status’ noemt, voor verschillende problemen in je hoofd hebben. Als iemand je de spreekwoordelijke gratis lunch aanbiedt, is het oké om standaard scepticisme te hebben. Als iemand aanbiedt om je een perpetuum mobile te bouwen, raad ik je aan om hem/haar te negeren, omdat deze belofte de wetten van de thermodynamica overtreedt. Als iemand aanbiedt je te helpen snel en gemakkelijk geld te verdienen, raad ik je aan onmiddellijk weg te lopen. Er schuilt wijsheid in de bekrompenheid over bepaalde kwesties.

Maar denk eens na: ken je iemand die geen blinde vlekken heeft? Ik betwijfel het sterk. Waarom zou je dan anders zijn? Zoals Dalio duidelijk maakt, moet je actief zijn in het proces van ruimdenkendheid, het zal niet per ongeluk gebeuren.

Wees een dame of een heer, wees gewoon jezelf en praat er niet steeds over.